Lydia (86) uit Wilrijk bekroond voor strijd tegen eenzaamheid
Eenzaamheid is één van de kwalen van onze tijd. Als het van Lydia Baeck uit Wilrijk afhangt, zou er van eenzaamheid echter geen sprake zijn. De 86-jarige dame bezoekt maandelijks tientallen medeburgers in de wijde omgeving van Wilrijk die anders amper of geen bezoek zouden ontvangen. Misschien een kleine geste, maar wel een die duidelijk erg wordt gewaardeerd, niet enkel door de mensen die Lydia Baeck bezoekt, maar ook door de andere Wilrijkenaren. Tijdens de kerstdrink die district Wilrijk in december organiseerde, konden de bezoekers kiezen wie volgens hen de Geitetrofee verdient als meest verdienstelijk inwoner van Wilrijk. Ze hadden de keuze uit dierenvoedselbank Poezewoef, solidariteitskoor Frappant en Lydia Baeck. Zij won met een overgrote meerderheid van de stemmen de verkiezing en trofee.
Wanneer we Lydia Baeck opzoeken in haar appartement in Wilrijk blijkt meteen waarom zoveel mensen uitkijken naar een bezoek met haar. De koffie staat klaar en er komt meteen een schotel koekjes op tafel. „Wanneer ik op bezoek ga bij een van de tientallen mensen die ik op geregelde tijdstippen bezoek, neem ik steeds een snoepje of een wafeltje mee. Je kan niet inschatten hoeveel plezier je de mensen daarmee doet”, zegt Lydia Baeck bij het begin van wat een monoloog blijkt te worden die slechts enkele keren door een vraag moet worden onderbroken.
„Het sociale kreeg ik van thuis mee. Als kind was ik lange tijd actief bij de lokale chiro, later engageerde ik me bij KAV en Ziekenzorg. Toen ik in de jaren 1960 op het Kiel woonde, vroeg de onderpastoor me of ik eens niet op bezoek kon gaan bij twee oudere dames. Dat viel zo goed mee dat ik steeds meer eenzame mensen ging bezoeken. Ik luisterde naar hun verhalen en dat deed me echt plezier.”
Tranen in de ogen
Intussen woont Lydia Baeck al veertig jaar op de Bist in Wilrijk, waar ze haar bezoeken verderzette. „Sinds de uitreiking van de prijs word ik nog vaker aangesproken. Eigenlijk heb ik dat niet graag, want ik doe dit niet voor mezelf, maar wel voor de mensen die ik bezoek. Het is trouwens niet altijd eenvoudig. Door de jaren heen bouw je een band met hen op. Wanneer een van hen dan overlijdt, is dat zwaar. De verhalen die ze vertellen zijn soms ook treurig. Ik heb zelf geen kinderen, maar wanneer ik hoor dat ouders hun kinderen soms al jaren niet meer hebben gezien, doet me dat iets. Ik kom soms met tranen in de ogen buiten”, besluit Lydia Baeck. (fc)