Manu Keirse: Onrecht uit verleden omzetten in recht voor toekomst
Vandaag boog de onderzoekscommissie van De Kamer, belast met het onderzoek naar de aanpak van seksueel misbruik in de Kerk en daarbuiten, zich over het mechanisme van arbitrage waardoor slachtoffers van voor Justitie verjaarde feiten, alsnog kunnen worden gehoord, erkend en een materiële tegemoetkoming krijgen. De Arbitragecommissie kwam er na aanbeveling van de vorige parlementaire commissie over misbruik in de Kerk uit 2010-2011.
Een van de personen die werd gehoord, was professor en klinisch psycholoog Manu Keirse. Hij was nauw betrokken bij de oprichting van de Arbitragecommissie en is ook voorzitter van Dignity, de stichting die namens de Bisschoppenconferentie als centraal aanspreekpunt functioneert voor de slachtoffers.
Op het moment van het ontslag van de Commissie-Adriaenssens, wiens werking door de inbeslagname van haar dossiers door Justitie onmogelijk was gemaakt, was het voor professor Keirse meteen duidelijk dat een beleid nodig was dat door alle bisschoppen en hogere oversten bekrachtigd zou worden om overlevers en hun families te beluisteren en een morele verantwoordelijkheid op te nemen voor wat in het verleden was gebeurd. Alle vormen van herstel moesten mogelijk zijn, tot en met financiële tegemoetkomingen, ook al was er over dit laatste aanvankelijk grote onzekerheid. Toen de Bisschoppenconferentie professor Keirse vroeg dat beleid heel concreet mee uit te werken en ingang te doen vinden, zette hij daar omwille van zijn uitgebreide expertise, graag mee zijn schouders onder.
Honderden contacten met en lof van Rik Devillé
De eerste persoon die professor Keirse raadpleegde na de vraag van de Bisschoppenconferentie, was Rik Devillé. Vele overlegmomenten, honderden mails en telefoongesprekken met hem volgden. In zijn boek ‘In naam van de vader’ schrijft Rik Devillé hierover: “De eerste uitspraak die voor een onomkeerbaar keerpunt zorgt en de slachtoffers met respect aanspreekt, komt van professor Manu Keirse. Dat gebeurt nog wel in dezelfde week van januari 2011. De vorm van het herstel wordt bepaald door het slachtoffer. Het slachtoffer moet opnieuw stem en zeggenschap krijgen. Deze lijn trekt hij in heel het herstelbeleid dat hij later zal uittekenen door.” (blz. 329).
In 2011 werkte een onafhankelijk comité, samengesteld door het parlement en de Kerk, zeven maanden lang om een sluitend systeem van arbitrage te kunnen oprichten. Het arbitragereglement, de bedragen en bepalingen over de discretie(plicht) van de dadingen, werden unaniem goedgekeurd door de Parlementaire Commissie.
Omdat de overlever juridisch gezien niet tegenover de dader kon worden geplaatst omwille van de verjaring van de feiten, heeft de Kerk met de hulp van Dirk Van Gerven, stafhouder van de Nederlandse Orde van advocaten van Brussel, een stichting van openbaar nut, Dignity, opgericht, die als rechtspersoon kon onderhandelen namens alle bisschoppen en oversten.
Het betreft uitsluitend feiten die, omdat ze verjaard zijn of de dader overleden is, niet meer kunnen berecht worden door Justitie. Slachtoffers moesten geen bewijzen leveren, enkel een graad van waarachtigheid kunnen aantonen. Ook als de dader nog leefde en de feiten ontkende of minimaliseerde, werd het getuigenis van de overlevenden als waarachtig erkend.
Wat de huidige kritiek op de toegekende bedragen betreft, onderstreepte Keirse dat een financiële tegemoetkoming nooit kan gelijkstaan aan een schadevergoeding, maar eerder een symbolische bevestiging is voor de erkenning van de morele aansprakelijkheid. In geval van misbruik van verjaarde feiten is het immers zeer moeilijk of onmogelijk om de emotionele en psychische schade vast te stellen en een oorzakelijk verband aan te tonen tussen feiten uit het verre verleden.
Professor Keirse formuleerde ook zes adviezen:
- In alle organisaties die met kinderen of minderjarigen werken moeten ‘waarschuwingslichten’ aanwezig of ingebouwd zijn. Misbruik kan namelijk lang onder de radar blijven.
- Er is nood aan educatieve programma’s die kinderen en minderjarigen alert maken voor en weerbaar maken tegen inbreuken op de integriteit.
- Er is nood aan een landelijk meldpunt voor elke vorm van grensoverschrijdend gedrag, dat zelf ook de nodige contacten legt voor verdere aanpak en begeleiding en adequaat doorverwijst.
- Er moet een aanklampend en sluitend Europees beleid komen inzake preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- De structuur en de werking van de Wereldkerk moet fundamenteel veranderen en blijven evolueren, in het bijzonder hoe met (pastorale) machtsstructuren binnen het instituut wordt omgegaan.
- Voor de overlevers van kerkelijk misbruik moet al het mogelijke gedaan worden om onrecht uit het verleden om te zetten in recht voor de toekomst. Met, na de dadingen, als eerste stap nu: terugbetaling van psychotherapeutische begeleiding zo lang dat nodig is, de oprichting en verdere uitwerking van zelfhulpgroepen en vormen van herinneringseducatie.