Mgr. De Kesel uitgewuifd: 7 vrienden en medewerkers blikken terug
Met een dankviering en receptie werd op 15 september de vorige aartsbisschop Jozef De Kesel (76) uitgezwaaid. Hij werd intussen opgevolgd door Luc Terlinden — De Kesel blijft uiteraard (stemgerechtigde) kardinaal. Bij die gelegenheid werd ook zijn portret, geschilderd door Jan Vanriet, officieel onthuld en kreeg de kardinaal als afscheidscadeau een werk in keramiek van kunstenaar Stéphane Terlinden. Een ideaal moment ook om herinneringen op te halen: wij verzamelden 7 reacties van vrienden, medewerkers en familie.
(Lees verder onder de foto)
Joris Polfliet, vicaris-generaal bisdom Gent: ‘Inspirerende lesgever’
Toen Joris Polfliet in 1990 aan de priesteropleiding begon, was Jozef De Kesel professor aan het seminarie. Hij gaf theologie. ‘Ik herinner me de eerste lessen over de christelijke spiritualiteit. Professor De Kesel sprak over Dietrich Bonhoeffer. Het was een openbaring voor mij en je voelde ook echt dat die figuur hem begeesterde. Het deed je goesting krijgen. De Kesel was zelf een inspirerende lesgever, die je absoluut aan het denken zette.’
Eigenlijk kende Polfliet het denken van De Kesel al. ‘Zijn boek Hoe is Uw naam, waar zijt Gij te vinden (1988) was een van de weinige die ik voor het seminarie gelezen had. Hij was toen al iemand die verder dacht over de Kerk en het geloof in de huidige tijd. Lees je nu zijn laatste boek, Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving, dan stel je vast dat hij weliswaar geëvolueerd is, maar dat zijn grondintuïties stand hielden.’
Toen Polfliet na een studie in Parijs naar Gent terugkeerde, werd hem gevraagd om mee te werken aan een hervormd seminarie. ‘Het Gentse seminarie kon echter niet blijven bestaan. Uiteindelijk beslisten we dat we samen zouden werken met het aartsbisdom en dat de seminaristen les zouden volgen in Leuven. De Kesel vertrok vervolgens naar Brussel om er hulpbisschop te worden. En hij liet daarbij een leemte achter.
Ik denk dat de ervaring in Brussel wel veel met mgr. De Kesel heeft gedaan.
De pluralistische context, het contact met mensen van andere gemeenschappen en religies, zoals de hoofdrabijn en een aantal moslims. Hij liet zich steeds uitdagen door nieuwe situaties en liet zich raken, ook door zijn reizen naar Irak en Marokko, die zijn denken beïnvloedden: je kan als christen wel degelijk iets betekenen, ook als je met weinig bent. Weliswaar is zijn denken vaak verkeerd begrepen. Hij sprak in zijn eerste boek van een ‘minderheidskerk’, en er wordt soms gesteld dat hij dat als ideaal ziet, maar dat is niet zo. Hij wil gewoon zeggen dat je als kleine groep wel een rol kan spelen.’
Was hij de Belgische pendant van Franciscus? ‘In elk geval is het denken rond synodaliteit in het aartsbisdom ernstig opgepikt. Jozef De Kesel engageerde zich persoonlijk om mensen er in mee te trekken. Je ziet daarin dat hij fundamenteel een aanhanger is van het Tweede Vaticaans Concilie. Dat moet voor hem in de praktijk gebracht worden, dat is voor Jozef De Kesel steeds het refrein. Het gaat met horten en stoten, maar hij gelooft dat het kan en moet groeien. Zelf zal hij zich geen leerling van paus Franciscus noemen, wel van Vaticanum II.’
Albert Guigui, Opperrabbijn van Brussel: ‘Bruggenbouwer’
‘In de Joodse traditie zijn de eerste woorden die we 's ochtends uitspreken als we onze ogen openen ‘Modé Ani’. ‘Ik dank U, o God, dat U mij mijn ziel teruggeeft’. Vandaag krijgen we de gelegenheid om tegen kardinaal Jozef De Kesel te zeggen: dank u. Mijn persoonlijke dank, want net als Abraham hebt u altijd ‘hineni’, hier ben ik gereed om te helpen, geantwoord. U hebt me altijd hulp en steun gegeven, telkens wanneer ik me tot u wendde. Dank ook op het communautaire niveau, want zelfs voordat u Primaat van België werd, had u altijd al grote aandacht voor de Joodse Gemeenschap. Dikwijls hebben onze paden elkaar gekruist. En elke keer vonden deze ontmoetingen plaats in een sfeer van vriendschappelijkheid, respect en vooral een grote betrokkenheid.
Meneer de kardinaal: u bent een bruggenbouwer tussen de verschillende religieuze gemeenschappen, een fervente voorstander van de joods-christelijke dialoog.
Een man van dialoog, een man van openheid. Voor dit alles wil ik u eenvoudigweg zeggen: bedankt.
Moge de Almachtige u een lang leven en een goede gezondheid schenken, en moge u 120 jaar worden met de gezondheid van iemand van twintig, in vreugde en geluk, omringd door allen die u liefhebt en die van u houden.
(Lees verder onder de foto)
Manu Keirse, voorzitter Stichting Dignity: ‘Met gezag en overtuiging’
‘Bisschop worden van het bisdom Brugge op 10 juli 2010 was geen evidente opdracht. Op 23 april moest de vorige bisschop ontslag nemen wegens het jarenlang seksueel misbruik van zijn neef. Het vertrouwen in de Kerk kwam onder een pletwals terecht. Mensen die zich onbaatzuchtig engageerden voelden de fysieke en emotionele pijn. Gevoelens van verontwaardiging, boosheid en schaamte alom. Monseigneur Jozef De Kesel heeft meteen begrepen dat helpen bij herstel, voor zover er iets te herstellen is, een overtuigde morele stellingname vraagt. Met ongeduld wachtte hij op het verschijnen van de brochure Verborgen verdriet. Naar een globale aanpak van het seksueel misbruik in de Kerk. Als eerste organiseerde hij een opleiding voor alle medewerkers in zijn bisdom. Met gezag en overtuiging vroeg hij aan een overvolle aula van het Diocesaan Centrum in Torhout het engagement om mee te werken aan een kordate aanpak waarbij niets meer wordt verzwegen of geminimaliseerd en aan een strategie van het doorbreken van de stilte.
Ondanks zijn consequente houding werd in de krant het ontslag van de bisschop geëist omdat hij de dossiers van de slachtoffers niet voldoende ter harte zou nemen.
Persoonlijk kan ik getuigen dat elke melding van misbruik, zowel in de dossiers van vroeger als recent, grondig ter harte is genomen.
Dagenlang hebben we samen, op basis van elk dossier dat was gekend, grondig nagegaan of recht aan de slachtoffers was gedaan en restrictieve maatregelen ten aanzien van de daders waren genomen. Dat nam niet weg dat ik ondertussen uren werd bevraagd door een journaliste die onder het mom van ‘objectieve journalistiek’ op zoek was naar nagels om bisschop Jozef De Kesel aan het kruis te nagelen. In eer en geweten die nagels waren er niet.
Omdat wat in de Kerk is gebeurd nooit mag worden vergeten, en gevolg gevend aan de oproep van de Werkgroep Mensenrechten in de Kerk werd er door Jozef De Kesel op stille zaterdag 7 april 2012 in de Sint-Salvatorkathedraal te Brugge een beeld onthuld. Dat gebaar werd later herhaald in de Basiliek van Koekelberg.
Maar wat het meest indruk op mij heeft gemaakt, is zijn intense bewogenheid, zijn betrokkenheid, maar ook zijn verdriet over zoveel onrecht dat kinderen en hun families is aangedaan en zijn terechte verontwaardiging over de wijze waarop dit door omstanders is toegedekt.
Lieve, Anna, Guido en Gaby, broers en zussen: ‘Paternoster bidden’
Jozef De Kesel werd geboren in Adegem, als zesde van elf kinderen. In het hart van dat grote huis, rond de Leuvense stoof, vond dagelijks een hartverwarmend avondritueel plaats. ‘Allemaal dicht bijeen en met onze voeten tegen de stoof samen een paternoster bidden, dat is een van de mooiste herinneringen uit onze kindertijd’, klinkt het.
De laatste jaren waren niet gemakkelijk voor hun broer, beseft het viertal. Door de coronapandemie en zijn eigen ziekte ging hij door een moeilijke en pijnlijke periode. ‘ Hij is blij om nu eindelijk heel wat zorgen te mogen overlaten aan iemand anders. En om weer wat meer tijd te hebben voor zijn familie. Hij is ook altijd heel betrokken gebleven op zijn familie. Een bezoek bij een van ons voelt voor hem nog altijd als thuiskomen.’
(Lees verder onder de foto)
Herman Cosijns, voormalig secretaris-generaal van de Belgische bisschoppenconferentie: ‘Hij weet goed wat hij wil’
Herman Cosijns werkte als adjunct samen met Jozef De Kesel toen hij hulpbisschop in Brussel was, van 2002 tot 2010, en als secretaris-generaal van de Belgische bisschoppenconferentie sinds 2015. ‘De mensen waardeerden zijn werk in Brussel. Hij was vertrouwd met de stad en haar ziel, kon luisteren, prioriteiten en accenten leggen. Hij is ook meer dan tweetalig. Vergeet niet, tijdens zijn studies in Rome sprak hij meer Frans en Italiaans dan Nederlands. Onder hem ontstond de optie voor pastorale eenheden in Brussel, zowel Nederlands- als Franstalig, waarover lang gepraat en gediscussieerd is. Maar hij gaf vorm aan de visie. Er waren een paar topmomenten, zoals Brussel-Allerheiligen in 2006, met een volle basiliek van Koekelberg, en dan de Taizé-ontmoeting bij de jaarwisseling 2009/2010. ’
Maar in 2010 verliet hij onverwachts Brussel. Waarom?
Dat was het jaar van de grote verandering. Mgr. Léonard wenste een goede hulpbisschop in Vlaams-Brabant, maar nog geen maand na de verhuis naar Mechelen werd mgr. De Kesel onvoorzien benoemd tot bisschop van Brugge. Daar heeft hij de crisis moeten oplossen na het vertrek van Roger Vangheluwe, wat niet simpel was. In 2015 keerde hij terug naar het aartsbisdom als opvolger van de aartsbisschop. Dat was niet onverwacht. Hij had de nodige kwaliteiten: tweetalig, bestuurscapaciteit en een theologische visie. Hij heeft een grondige kennis van Vaticanum II en daardoor is hij ook blij met paus Franciscus die terug aansluit bij de grondvisie van het concilie.
Ik bewonder zijn homilieën. Hij kan een Bijbelpassage steeds in de historische context situeren.
Ieder woord is gewikt en gewogen. Dat is ook het geval voor zijn recente boek over godsdienst in een seculiere context.
Door aartsbisschop te worden, werd hij meteen voorzitter van de bisschoppenconferentie.
Voorheen was er een automatische koppeling tussen aartsbisschop en voorzitter van de bisschoppenconferentie. Op vraag van Rome zijn de statuten veranderd en wordt de voorzitter verkozen voor een beperkte periode van drie jaar, twee maal verlengbaar. Het zijn dus twee verschillende functies. Als voorzitter werd hij uitgenodigd op Europees niveau, maar als hulpbisschop was hij reeds actief in de COMECE, het orgaan van de bisschoppen in de Europese Unie. Hij kent het terrein dus goed.
Hoe was het om met Jozef De Kesel opnieuw samen te werken?
Iedere bisschop is verantwoordelijk in zijn eigen bisdom, de bisschoppenconferentie is bevoegd voor alles wat de bisdommen samen doen (liturgie, catechese, pers, juridische relaties…) en voor alles waar Rome een standpunt over vraagt. Samen met de voorzitter behandel ik de vragen die binnenkomen. Dat geldt ook voor wat er van de overheid aan de katholieke kerk wordt gevraagd. De voorzitter is de moderator en hij stelt de agenda samen. Onze kardinaal is heel vooruitziend.
Hij merkt conflicten lang vooraf en zoekt snel een compromis.
Dat tekent hem helemaal. Hij weet goed wat hij wil, maar gaat niet over lijken. Sommigen stoort het misschien dat hij lang nadenkt, maar op lange termijn gaat hij daarmee het verst. Helaas, door zijn ziekte heeft hij zijn ambt een tijd lang niet kunnen uitoefenen zoals hij dat voor ogen had.
Jullie beider carrières eindigen samen. Hoe beschouwt u dat?
We hebben twintig jaar samengewerkt op twee verschillende niveaus, met onderbreking van enkele jaren. Het was een plezier om samen te werken.
Ria Dereymaeker CCV Vicariaat Brussel: ‘Jongerenpastoraal zeer genegen’
Vraag het aan iemand die de voorbije jaren betrokken was bij jongerenpastoraal en het antwoord is steevast: de kardinaal is jongerenpastoraal zeer genegen. In de contacten met hen toont hij zich steeds vriendelijk en luisterbereid. En duikt er een probleem op, dan neemt hij dit stevig op, want jongerenpastoraal dient alle kansen te krijgen, de jongeren zijn immers de toekomst.
Opvallend is dat de kardinaal zich nauw verbonden weet met de gemeenschap van Taizé.
Niet alleen heeft hij als hulpbisschop de aanzet gegeven tot de Europese ontmoeting van Taizé in 2008 in Brussel. Hij heeft de voorbije jaren ook trouw deelgenomen aan de Europese ontmoetingen in andere steden, waar hij steeds tijd maakte om er met de Belgische jongeren in gesprek te gaan.
Hij nam ook deel aan de Wereldjongerendagen in Krakau. Zijn passage daar, en met name zijn catechese, is niet onopgemerkt gebleven. Hij had het over onverschilligheid, of ten minste het gevaar daarvoor. Het behoort immers tot het hart van het Evangelie, zei hij toen, dat God niet onverschillig is. Vroeger werden vele krachten als goden aangeduid. Ze waren grillig en onverschillig, de mens moest offers brengen om ze te bedwingen. Onze God is echter een God die geïnteresseerd is in ons. Authentiek geloof is niet onverschillig voor God en niet onverschillig voor andere mensen. Geloven is God en je naaste beminnen. Misschien is dat nog wel het sterkste dat de kardinaal jongeren vandaag geeft: zijn oproep om zich open te stellen voor de ander en voor God.
(Lees verder onder de foto)
Jan Dumon, gewezen secretaris-generaal van de Pauselijke Missiewerken: ‘Grote zin voor waarheid en echtheid’
Jan Dumon (81) leerde Jozef De Kesel kennen toen ze beiden in Rome studeerden en in het Belgisch College woonden. Ze werden vrienden voor het leven. Ook familiaal raakten hun levens verstrengeld, toen Jans zus trouwde met een broer van Jozef. Jan was lange tijd studentenpastor in Leuven en daarna lid van de Vaticaanse curie als secretaris-generaal bij de Pauselijke Missiewerken.
‘Een van Jozefs – Jefs – grote kwaliteiten is dat hij een grote zin heeft voor waarheid en echtheid. Hij valt niet samen met zijn rol en functie. In die zin lijkt hij op paus Franciscus: een duidelijke boodschap belet niet dat je je bescheiden opstelt, zonder arrogantie. De Kerk speelt maar een beperkte rol in de wereld. Dat ziet Jef heel goed. Hij weet heel goed dat de Kerk geen dominante rol in de samenleving moet spelen om een echte inbreng te hebben, wel integendeel. Het is typerend dat hij graag verwijst naar kleine minderheidskerken zoals in Marokko of Irak.’
‘Dat is opmerkelijk, want Jef komt uit een vanzelfsprekend christelijk, ja kerkelijk milieu, al van kindsbeen af.
Zijn oom Leo, die hulpbisschop was in Gent, was zijn grote voorbeeld.
Hij bezocht hem trouw, tot in zijn laatste dagen. Meermaals vergezelde ik hem op bezoek bij de hoogbejaarde ‘nonkel leon’. Het was telkens een indrukwekkende ontmoeting, in al zijn eenvoud en hartelijke menselijkheid. De ervaring van zijn nonkel als concilievader heeft er stellig ook toe bijgedragen dat het Tweede Vaticaans Concilie voor Jef tot op vandaag een beslissend referentiepunt is gebleven, net zoals ook voor paus Franciscus. Helemaal in de geest van dat concilie herhaalt de kardinaal graag dat de geseculariseerde wereld onze vijand niet is maar gewoon het normale terrein waar wij als christenen leven.’
‘Wat ik ook apprecieer in Jef als kerkleider, is dat hij mensen nooit aan de kant schuift. De besluitvorming kan daardoor wat trager verlopen. Soms komt hij zelfs vreesachtig over. Dat heeft hij zelf overigens al publiek toegegeven. Maar het komt voort uit de grote zorg om niemand te kwetsen. Dat siert hem, en het valt ook te verwachten in een organisatie – de Kerk – die toch tot doel heeft om eerbied voor de mens te promoten. Die houding staat haaks op een aanpak, bijvoorbeeld in de politiek, waar vaak op de man of vrouw wordt gespeeld en alles in zwart-wit gezien wordt. Toch heeft die voorzichtigheid ook een schaduwzijde, want ze creëert soms een afstand tussen zijn principiële stellingnames en de opvolging ervan in de praktijk.
Hoe dan ook, ik heb veel eerbied voor Jef en ben dankbaar voor onze levenslange vriendschap.
Die trouw in de vriendschap is overigens nog een van zijn kwaliteiten. Jef leeft niet alleen met zijn hoofd, maar ook met zijn hart. Hij is naar mijn gevoel vooral bisschop geweest door een voorbeeld te zijn, in goede en kwade dagen, van wat een christen kan zijn. Hij zal zijn pensioen dus niet als een gemis ervaren maar als een nieuwe kans om te zijn wie hij altijd is geweest: een lieve mens.’
• Lees meer reacties in Pastoralia: Dank u, mijnheer de kardinaal