Nicole
Nicole Van Palm. Het is een naam die u misschien niet veel zegt. Haar artiestennaam, Nicole Josy, doet mogelijk wel een belletje rinkelen. En als we haar ‘Nicole van Nicole en Hugo’ noemen, weet u gegarandeerd over wie we het hebben. Ze is niet meer. Op 4 november laatst werd een val van de trap haar fataal. Voortaan is het Hugo zonder Nicole.
Toegegeven, een fan van hun muziek was ik nooit. Ik kon wel glimlachen om hun glamoureuze spektakelgehalte, met die extravagante kledingstukken. Wie herinnert zich niet hun optreden op het Eurovisiesongfestival van 1973, met Baby, baby? Ze werden laatste, zult u zeggen, maar vijftig jaar later kent iedereen hen nog, terwijl haast geen mens nog weet wie dat jaar won. Wie triomfeerde dan echt?
In 2017 interviewden we het showbizzduo voor onze rubriek Klapstoel. „Ik bid elke avond voor het slapengaan”, vertrouwde Hugo Sigal (geboren als Hugo Verbraeken) ons toe. „Ik ga ook nooit de scène op zonder eerst even te bidden. Nooit om te vragen, altijd om te danken. Je moet er niet vanuit gaan dat je alles in de schoot geworpen krijgt.” Een mooie houding die het fundament van het gebed blootlegt.
Het is niet hun muziek, zelfs niet hun gebed, dat hen vandaag een plekje in deze rubriek oplevert. Fan of geen fan, het was moeilijk om niet onder de indruk te zijn van de sterke band tussen beiden. „Dat houden van, dat wordt alleen maar sterker met het ouder worden. Wij kunnen niet zonder elkaar. Hebben dat nooit gekund”, verklaarde Hugo vorige week in Het Laatste Nieuws. Zielsverwanten dus. Twee levens die gaandeweg één werden.
Ze zijn niet de enigen. Ik zie ze overal rond me en ken het godzijdank ook zelf. Zelfs wanneer we soms het gevoel hebben dat zo veel relaties op de klippen lopen, zien we overal oersterke liefdesbanden. Bij jong en oud, in vele varianten en gedaanten. [node:field_streamers:0] Soms harmonieus, soms turbulent. Soms in een eerste relatie, soms bij een herkansing. Schreeuwt de ene het van de daken, dan koestert een ander het in stilte. Wie de liefde niet kent, verlangt er meestal naar. Wie haar bezit, beseft het niet altijd.
Toen ik jong was, vond ik het vanzelfsprekend dat oude mensen doodgingen en hun partner achterlieten. Het verdriet van die weduwen en weduwnaars ontging me. Dat waren oude mensen, die vonden de dood vast heel gewoon. Nu weet ik beter. Wie veertig, vijftig, zestig jaar samen was, haal je niet uit elkaar zonder groot verdriet en diepe rouw. Een partner verliezen met wie je helemaal vergroeid was, dat is als een brutale amputatie. Alsof ze je leven doormidden klieven en er met de helft vandoor gaan. Natuurlijk is er de dankbaarheid om wat was, maar die verguldt de pijn niet. Er bestaat geen leeftijd waarop afscheid nemen pijnloos verloopt.
Het mooiste aan de liefde is de onvoorwaardelijkheid. Het is niet de perfectie waarvan we houden. We aanvaarden en omhelzen de onvolmaaktheid. Hechte koppels bestaan niet uit toverfeeën en prinsen op een wit paard. Dat is voer voor sprookjes. Een sterke liefdesband bouw je niet op de afwezigheid van tekortkomingen, maar op het overstijgen ervan. Soms maken jonge mensen de fout op zoek te gaan naar de ideale partner. Kijk toch om je heen, observeer oudere koppels. Hun geheim schuilt niet in het ideale, maar in de overgave.
De pijn van Hugo is de pijn van velen. Hoe mooi het ook is of was, altijd en onvermijdelijk komt ooit het moment van afscheid nemen. De ongenadige hakbijl die scheidt wat zo lang onbreekbaar was. We weten dat, al willen we er niet per se aan denken. Dat hoeft ook niet. Koesteren wat is, is beter dan vrezen wat komt.
Als het leven u de liefde schonk, omhels ze. En doe zoals Hugo: danken is het mooiste gebed.