Nieuw jaarrapport misbruik in de Kerk gepubliceerd
Tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023 zijn er 47 meldingen binnengekomen bij de opvangpunten voor slachtoffers van seksueel misbruik in een pastorale relatie, zo laat de bisschoppenconferentie weten in een persbericht. Dat brengt het totale aantal meldingen, in combinatie met de destijds door de parlementaire commissie opgerichte arbitrage, op 1392. Bij de opvangpunten alleen kwamen sinds de start in 2012 764 meldingen.
Die opvangpunten werden destijds door de Kerk opgericht om het leed van de slachtoffers te erkennen en in overleg met hen tot gepaste herstelmaatregelen te komen voor verjaarde feiten of voor feiten die volgens de rechtbank niet voldoende bewezen kunnen worden, maar voor het kerkelijk opvangpunt toch voldoende geloofwaardig zijn. In geval van niet-verjaarde feiten wordt uiteraard aangedrongen deze aan het gerecht te melden.
Zowel de arbitragecommissie als de opvangpunten werden opgericht op aanbevelen van de Bijzondere Parlementaire Onderzoekscommissie naar seksueel misbruik in de Kerk. Sindsdien rapporteert de katholieke Kerk in ons land regelmatig over de werking van de opvangpunten. Die jaarlijkse rapportering streeft transparantie na én is een uitnodiging aan slachtoffers uit het verleden om zich te melden.
47 meldingen
Het leeuwendeel van de 47 meldingen tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023 werd, net als voorheen, door het slachtoffer zelf gedaan. Op het moment van de melding was 77% ouder dan 40 jaar. Bijna 60% van hen zijn mannen. Van de daders is nagenoeg iedereen man. Op het ogenblik van de feiten waren 68% van de slachtoffers jonger dan 18 jaar. Vijf slachtoffers waren toen zelfs jonger dan 10 jaar. We zien een verschuiving naar een hogere leeftijd bij de slachtoffers op het ogenblik van de feiten. Ook meerderjarigen die zich in een kwetsbare positie bevonden, kunnen nu immers terecht bij de opvangpunten. Vroeger richtten die zich enkel tot minderjarige slachtoffers.
Het merendeel van de feiten (64%) dateert van meer dan 30 jaar geleden. Bij melding zijn 57% van de daders reeds overleden.
Er waren meer meldingen uit Franstalig België, meer bepaald 66% van het totaal. Onthullingen in vooral Frankrijk hebben waarschijnlijk als katalysator hiervoor gewerkt. Voorheen was de verhouding omgekeerd, nl. 80/20.
Aan ongeveer de helft van de slachtoffers werd op hun vraag financieel tegemoet gekomen. 17 van de 47 dossiers waren op 30 juni nog in behandeling. Er zijn ook andere verwachtingen of herstelmaatregelen mogelijk, zoals een gesprek als vorm van erkenning (meer dan 80%), een ontmoeting met een verantwoordelijke van het betrokken bisdom of de congregatie, of een vraag naar begeleiding. Vragen naar gerechtelijke stappen zijn minder frequent omwille van de verjaring volgens de toenmalige regels.