Pastoor Alvi trekt met tentje van ene jeugdkamp naar het andere
Gekscherend doet Alvi Vazquez alsof hij parochievrijwilliger Robbe doopt. „Ooit doopte hij kinderen op chirokamp met een pollepel”, herinnert Robbe zich. Het mag duidelijk zijn: Vazquez houdt van een grapje. De Colombiaan is razend populair in de geloofsgemeenschap in Schoten en vergeet daarbij de jongeren niet. „Hij bracht de Kerk naar de mensen, niet de mensen naar de Kerk”, zo luiden de lovende woorden van Robbe.
Hoe komt een jonge Colombiaanse priester in Schoten terecht?
Voor ik in België toekwam, studeerde ik in Barcelona. Vervolgens werd ik nationale proost van de CCCCCE, zeg maar de Chiro in Spanje. Zo leerde ik Wim Selderslaghs kennen, die destijds nationale proost was van Chirojeugd Vlaanderen. Aan het einde van mijn mandaat werd mijn vader vermoord, tijdens de guerillaoorlog in Colombia. Ik keerde toen tijdelijk terug naar mijn geboorteland. Intussen haalde ik een master in sociaal beleid, met specialisatie in migratie. Wim Selderslaghs vroeg me toen of ik in België aan de slag wou. Dat leek me interessanter dan wat ik op dat moment in Spanje deed.
Ik was een priester zonder parochie die zich in een bergdorp probeerde nuttig te maken, maar er waren meer schapen dan mensen.
Eerst kwam ik in Zandhoven terecht, sinds anderhalf jaar ben ik actief in Schoten. Dankzij mijn internationale ervaring kan ik me makkelijk aanpassen. Een andere cultuur betekent andere gewoontes, maar al bij al viel het goed mee. Alleen zijn er hier niet veel bergen.
U staat bekend als pastoor met een groot hart voor jongeren. Op welke manier betrekt u hen bij de geloofsgemeenschap?
Vanzelfsprekend is dat niet. Aanwezigheid is volgens mij het sleutelbegrip. Ik ga geregeld naar de leiderskring en ik dans. Niet dat ik zo’n goede danser ben hoor, maar er is in Schoten elk jaar een volksdansfestival met een misviering. Dat verhoogt de betrokkenheid met de jongeren.
We willen niet dat de jongeren in onze parochie niets te zeggen of te doen hebben.
Hun idealen en hun kijk op de dingen verschilt wel eens van die van de oudere leden van de geloofsgemeenschap. Het is belangrijk om ook naar die meningen te luisteren. De toekomst hangt van hen af. Sommige mensen hebben liever dat gezinnen met jonge kinderen niet naar de vieringen komen, omdat de kinderen geen volledige eucharistieviering stil willen zijn. Dat is normaal, kinderen willen spelen, dansen en klappen. Dat is een groot verschil met de Kerk waarin ik ben opgegroeid. Misschien door toedoen van het klimaat zijn de vieringen in Colombia veel levendiger. Dat is ook leuker voor de kinderen.
In mijn vieringen probeer ik de nadruk te leggen op het feest, omdat we samenkomen. Weliswaar zonder de liturgie te verloochenen.
Ik streef naar een geloofsgemeenschap waarin iedereen kan geven en nemen.
Als proost bezoekt u deze zomer kampen van scouts, chiro en KSA. Waar hebben zij op kamp nood aan op vlak van spiritualiteit en zingeving?
Ik trek van het ene jeugdbewegingskamp naar het andere, met mijn tentje. Soms hebben jongeren vragen omtrent moraal en spiritualiteit. Religie is echter meer dan moraliteit. Ik herinner me een kamp waar een tak als thema ‘het leven van Maria’ had gekozen. Er waren momenten waarop er daadwerkelijk werd gebeden, maar er zijn ook andere manieren om het geloof te beleven. Jezus is liefde en dat is het bijzondere van het christendom. Hij ging naar de mensen toe. Dat is van belang.
We kunnen de nadruk leggen op de verschillen tussen jeugdbewegingen hier en in Latijns-Amerika, maar laten we kijken naar de gelijkenissen. Wat bindt het jeugdwerk bij ons en in uw geboorteland?
Leren door te spelen. Alle jeugdorganisaties proberen al spelend bepaalde waarden mee te geven: respect voor elkaar en de natuur, eerlijkheid, opstaan tegen onrecht, andere culturen omarmen enzovoorts. Dat is universeel. In Latijns-Amerika begint de viering met een groot spel. Dat loopt over in een vergevingsmoment. Eigenlijk is heel de dag een viering en heel de viering kan in spelvorm worden gegoten, tot aan de consecratie toe. In België lijkt me dat ondenkbaar.
Is er op kamp voldoende ruimte voor religie?
Waarschijnlijk wel, maar het probleem is misschien ook dat de priesters en diakens hier te weinig aandacht hebben voor de jeugdbewegingen. De toekomst is aan de jongeren, maar we zijn te veel bezig met een zogezegd ‘onderhoudende’ Kerk. We proberen in stand te houden wat nog leeft, maar op de lange termijn is dat niet duurzaam. De liturgie en de sacramenten zijn belangrijk, maar er is meer dan dat.