Rijksarchivaris Rombout wordt op zijn 59ste ook theoloog
Rombout Nijssen woont in Nieuwerkerken en werkt voor het Belgische Rijksarchief, als rijksarchivaris in Hasselt. Hij verricht er onderzoek naar de geschiedenis van Limburg, publiceert en vertelt met hart en ziel over zijn bevindingen. Maar ook het geloof neemt in zijn leven een wezenlijke plek in. ‘Toen ik klein was, dachten velen zelfs dat ik priester zou worden’, zegt hij. ‘Zover is het nooit gekomen, hoewel ik Gods Liefde wel voelde. Zijn aanwezigheid was voor mij een werkelijkheid. Ik koos voor een opleiding geschiedenis, wat later voor een gezin, maar ook voor een toegewijd leven als christen. Mijn interesse in de Kerk en mijn zoektocht naar God zijn er nooit minder op geworden, integendeel.
Toen een dierbare collega op jonge leeftijd overleed, kwamen pas de grote vragen.
Als je God echt wilt leren kennen, kun je daar ook voor studeren, zei de pastoor tegen me. Die vier jaar theologiestudies deden me deugd. Ik ben er blij mee, maar ik ambieer zeker geen carrièrewending. Het was echt een persoonlijke behoefte. Zonder meer een rijke ervaring voor mijn geloof.’
Voor zijn masterproef vond Rombout inspiratie in het heiligdom in Banneux, nadat hij eerder geïntrigeerd raakte door de genadetochten van Onze-Lieve-Vrouw van Banneux door Limburg in de jaren 1950. Die werden georganiseerd door vijf jonge paters-montfortanen, onder wie Phil Bosmans, de latere bezieler van Bond zonder Naam. Zoals bekend zou Onze-Lieve-Vrouw zich tussen 15 januari en 2 maart 1933 acht keer in Banneux hebben getoond aan het twaalfjarig meisje Mariëtte Beco als de Maagd der Armen.
Zijn tijd vooruit
‘Ik was verrast dat amper twee maanden na de laatste verschijning er al een tijdschrift werd uitgebracht’, vertelt Rombout. ‘Dat was nochtans geen sinecure in die tijd. Dezelfde bevlogenheid die de uitbouw van het heiligdom typeerde, kenmerkte ook het tijdschrift. Banneux-Tancrémont, dat een jaar later Banneux-O.L.-Vrouw werd, verscheen aanvankelijk maandelijks in het Frans en in het Nederlands en was gewijd aan de verschijningen en aan de ontwikkelingen die daarop volgden. Maar na grondige analyse van het op het eerste zicht vroom boekje, stelde ik vast dat het tijdschrift tussen 1933 en 1940 zijn tijd ver vooruit was en dat we te maken hadden met een bijzonder marketinginstrument. Het combineerde geloofwaardigheid en authenticiteit. Banneux deed dat aan de hand van heldere en laagdrempelige verhalen van concrete mensen van vlees en bloed. Ik vergeleek daartoe de inhoud en de vormgeving met de 11 tips die journalist Sim D’Hertefelt in 2017 publiceerde op Kerknet. Een reeks suggesties over geloofwaardige communicatie in kerkelijke context, die hij distilleerde uit het boek True storytelling: geloofwaardigheid als marketingtool. De communicatie van Banneux sluit er voortreffelijk bij aan.
Storytelling in een blad uit de jaren 1930, dat is toch wel bijzonder.
Bedoeld of niet, het is een marketingidee dat het in de 21ste eeuw helemaal zou maken.’
Bescheiden maar trots behaalde Rombout Nijssen met grote onderscheiding zijn master in de theologie en de religiewetenschappen aan de KU Leuven. En het tijdschrift? Negentig jaar na datum en bezorgd om de toekomst van geloofstijdschriften heeft het nieuws uit het heiligdom van Banneux sinds kort een plek gevonden in Maria, middelares en koningin, het Mariaal tijdschrift dat wordt uitgegeven door het montfortaans Mariaal Centrum in Leuven.