Rita (60) begeleidt 20.000 gelovigen naar Pasen [portret]
In de kijker staan, dat is niet meteen Rita Loyens natuurlijke habitat. De Limburgse, uit Houthalen-Helchteren, beweegt zich liever bescheiden en zorgzaam op de achtergrond. Op plekken waar ze mensen kan beluisteren, hen troostend nabij kan zijn of waar ze hen leert afdalen naar de eigenlijke innerlijke kern, de plek waar God hoorbaar is. Mensen aanspreken op hun talenten, ze motiveren en begeesteren, ook dat is Rita Loyens. ‘Mens voor de mensen zijn’. Het lied uit Zingt Jubilate is zonder meer haar bron van inspiratie.
Spirituele honger
Rita is naast moeder en grootmoeder pastoraal coördinator in de pastorale eenheid Heilige Damiaan De Veuster in Lanaken en dekenaal medewerker voor catechese en geloofsvorming in het dekenaat Genk. Binnen en buiten het bisdom Hasselt is ze actief als geestelijke begeleider, zowel in het dagelijkse leven als in de Ignatiaanse spiritualiteit. In de acht Lanakense parochies zoekt ze verbindend nieuwe wegen voor de gemeenschappen zodat mensen geloof en leven kunnen blijven delen met elkaar. Ze gaat er graag op weg met jonge ouders die zoekend zijn in het leven, maar ook een spirituele honger ervaren.
‘Een zoektocht, maar één die de moeite waard is en intussen vruchten draagt.’
Rita’s eigen geloofsweg begon al op zeer jonge leeftijd. Ze groeide als jongste van zeven op in een gelovig gezin in Boxbergheide, in Genk. Ze was nog maar vier toen haar vader overleed. Zijn dood heeft haar getekend. ‘Pa stierf en over verdriet werd niet gesproken. Je verdriet droeg je. Mijn moeder zei: Mis je pa, bid dan maar, dan is hij dicht bij jou.’
En daarmee gaf ze haar het grootste geschenk dat ze kon geven: het geloof in een verbondenheid over de grenzen van dood en leven heen. Het gebed als een deken van troost, net zoals de warme hand van juffrouw Annie, wandelend over de speelplaats van de kleuterschool. Het Onzevader bad ze jarenlang in een eigen versie: Onze Vader in de hemel, daar waar onze pa ook is….‘Ik zou nooit zo gelovig zijn geweest als ik mijn vader niet zo vroeg zou verloren hebben.’
Even op de rem
Rita verhuisde op haar 21ste naar Houthalen-Oost, waar ze al vlug het parochiale leven instapte: als catechist, als lid van het parochieteam, als zoveel meer. Een geschenk voor de parochie, maar ook voor zichzelf. Ze had haar geluksplek gevonden. Ontmoetingen, verhalen en emoties vonden er onderdak. Tot ze op haar 38ste even op de rem moest. Haar broer Ludo, priester bij de priesters van het Heilig Hart, werd zwaar ziek. Hij stierf enkele dagen na zijn 45ste verjaardag.
‘Ondanks mijn engagementen kon ik niet zeggen dat ik een relatie had met Jezus.
Mijn bidden was altijd tot de Vader gericht.
Maar aan het ziekbed was het Jezus die mij in het lijden van mijn broer nabijkwam. Ik wilde Hem echt leren kennen.’
Een sabbatjaar drong zich op. Rita leerde de geestelijke oefeningen van Ignatius kennen, een ervaringsgerichte methode om God en de grond van waaruit men leeft op het spoor te komen. ‘Een bevrijding voor wat diep verborgen zat. Alles wat aan heling moest ontstaan, ontstond ook daadwerkelijk.’ Het leidde tot een vernieuwd engagement in de parochie en als geestelijke begeleider.
Kruisweg
Ondanks alle vreugde, is het lijden nooit ver weg. In 2016 sterft haar moeder, zij die haar leerde bidden. En wanneer Rita’s jongste broer even later ongeneeslijk ziek wordt en bij haar man Carmelio kanker wordt vastgesteld, verandert haar pad in een kruisweg. Maar Rita houdt haar ogen gericht op Jezus. Het maakt haar leven zoveel draaglijker.
‘Als de steen is weggerold, spreekt daar ook zoveel hoop uit. Wat je ook meemaakt, ooit keert het licht terug.’
De digitale 40-dagenretraite van de jezuïeten ging van start op Aswoensdag en eindigt op Paaszondag. 20.000 gelovigen en geïnteresseerden schreven zich intussen in. Over de retraite zegt Rita: ‘Ons leven ondervindt wel eens last van de overdaad aan activiteiten. Er is geen tijd en ruimte meer voor stilte. Het lijkt wel alsof er niets meer is wat vreugde schenkt. Er ligt een steen voor onze deur die belet dat we naar buiten treden, of ook maar een glimp van het licht kunnen zien. Diep in ons leeft een verlangen naar eenvoud en rust maar het is niet gemakkelijk om te onderscheiden wat overtollige ballast is en hoe we die dan kunnen afleggen. Met deze retraite wil ik mensen uitnodigen om ballast overboord te gooien en kleine rustpuntjes toe te laten.’