Schatkamer van de liturgie: Maria-Geboorte [podcast]
Soundcloud
Om te luisteren en opnieuw te beluisteren, onderweg, in de zetel, of voor het slapen gaan, open de podcast-app van Apple, luister in de webbrowser van Podtail, of installeer de gratis app van SoundCloud op je smartphone en voeg de reeks Schatkamer van de liturgie toe aan je bibliotheek – Apple / Podtail / SoundCloud
Maria Geboorte
Het byzantijnse troparion heeft de toon gezet: we bezingen de geboorte van de Moeder Gods, omdat in haar de Zon der gerechtigheid is opgegaan, de gerechtigheid waar heel de kosmos en heel het volk van Israël naar uitzag, maar die zich ook aankondigde in al wat de schepping te bieden had en in de geschiedenis van het volk.
De Moeder Gods is inderdaad vrucht en uitbloei van een reëel menselijke vruchtbaarheid, die zichtbaar wordt in de opeenvolging van de generaties. Daarom is ook de lezing voor de eucharistie van het feest van Maria-Geboorte de geslachtslijst uit het evangelie volgens Mattheüs, waarin de hele stamboom vanaf Abraham tot Jezus geschetst wordt.
Het is de biologische geschiedenis waarin God zich inschrijft en zijn heilsplan ontvouwt. We zullen Maria’s lof zingen met een stukje uit de beroemde, eeuwenoude akathístos-hymne. Het is een hele lange lofzang op de Moeder Gods uit de 6e eeuw, waarin we haar tegemoet treden met de woorden van de Engel die we kennen uit ons Wees Gegroet, en die zowel een aanspreking zijn als een heilswens: ‘wees gegroet’ en ‘wees gezegend,’ ‘verheug u,’ “schoot waarin God neerdaalt,” “ster die de zon uitstraalt.” Wij verheugen ons met de Moeder Gods, de spilfiguur in het heilsmysterie van het mensgeworden Woord.
Zoals het 4e-eeuwse gedicht van Efrem de Syriër benadrukt, is zij een grote paradox: “Niemand weet hoe haar te noemen. Noem je haar Maagd?” Hoe kan dat, merkt Efrem op: “Ze heeft een Zoon!” Of zal je haar “Bruid” noemen, vraagt Efrem: “Maar ze heeft geen man bekend!” Toch is precies dat de centrale lofzang van de akathistoshymne: “Verheug u, bruid altijd maagd.”
Efrem besluit: “Als uw moeder al niet te begrijpen is, wie zal U dan verstaan, Heer?” Wat we au fond in haar begroeten is het mysterie van de menswording zelf: “Hij die alles kleedt, naakt en ontkleed is Hij uit haar op de wereld gekomen.” En daarom kunnen we niet ophouden te zingen, want in de Maagd is een nieuw kindschap geboren, waarin ook wij herboren kunnen worden omdat God met de mens een huwelijksverbond is aangegaan, en de héle mensheid als Christus’ Bruid wordt aangenomen.
Deze podcast is een initiatief van het Leerhuis van de kerkvaders en het CCV in het bisdom Gent. Met toestemming van de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL), Abdijboek ©Stichting I.W.V.L. Arnhem/NL.
Hymne over Maria van de h. Efrem de Syriër
Uw moeder, Heer:
niemand weet hoe haar te noemen.
Noem je haar Maagd? Ze heeft een Zoon!
Of Bruid? Maar ze heeft geen man bekend!
Als uw moeder al niet te begrijpen is,
wie zal U dan verstaan, Heer?
Zij is uw moeder, Heer, zij alleen,
maar met alle mensen die uw broeders zijn is ze ook Uw zus.
Voor U is ze moeder geworden, voor U werd ze uw zus.
Zij is ook uw verloofde, met de maagden.
Gij hebt Uw moeder getooid met alle luister.
Want zij was Uw verloofde naar de natuur, voor Gij gekomen zijt.
Maar zij heeft ontvangen ver boven de natuur,
wanneer Gij gekomen zijt, o Heilige,
en zij was maagd toen zij U maagdelijk ontving.
Voor u heeft Maria de hele vruchtbaarheid van een gehuwde vrouw doorleefd:
een Kind in haar schoot, maar zonder huwelijk!
Melk in haar borst, onverwacht!
De ‘dorre aarde’ (Jes. 53,2),
Gij hebt ze in één oogwenk omgevormd tot een fontein.
Als zij U kan dragen, dan is het omdat Gij, de ‘grote berg’ (Dan. 2,35)
uw gewicht hebt verkleind!
Als zij U te eten geeft, dan is het omdat Gij honger hebt! (Mt. 4,2)
Als zij U te drinken geeft,
dan is het omdat Gij dorst wilde hebben! (Joh. 4,7)
Als zij U omhelst, gloeiend van tederheid,
bewaart Gij haar boezem ongerept!
Ze is een wonder, Uw moeder!
In haar is de Meester binnengegaan en als slaaf eruit gekomen.
In haar ging de Welsprekende binnen en Hij is tot zwijgen gekomen.
In haar is de Herder binnengegaan en stemloos geworden.
In haar is de Herder binnengegaan en tot Lam geworden
dat schreiend naar buiten kwam.
Alle orde is omvergeworpen in de schoot van Uw moeder,
o Gij die alles schept!
In haar is de Rijke binnengegaan en arm eruit gekomen!
In haar is de Allerhoogste binnengegaan en nederig eruit gekomen!
In haar is de Glans binnengegaan en werd er bekleed met vale kleuren,
en zo is ze naar buiten gekomen.
Als Machtige is Hij binnengegaan
en Hij heeft zich met de angst bekleed in haar schoot.
Hij ging binnen als Diegene die allen voedt
en Hij heeft daar honger gekregen.
Hij ging binnen als Diegene die allen te drinken geeft
en Hij heeft er dorst gekend.
Hij die alles kleedt,
naakt en ontkleed is Hij uit haar op de wereld gekomen.
(uit ‘Hymne XI over de Geboorte’)