Studiedag: godsdienstleerkracht als moderator, expert of getuige
Twee recente ontwikkelingen deden de wenkbrauwen fronsen. Onder de taalgrens woedt al twee jaar een verwoede discussie: moet het gemeenschapsonderwijs nog levensbeschouwing aanbieden? In het Franstalige officiële onderwijs werd één uur levensbeschouwing (godsdienst of zedenleer) vervangen door een uur burgerschap (EPC genoemd). Er liggen in de Franse gemeenschap diverse scenario’s voor, zo vertelde UCL-hoogleraar Henri Deroitte, maar er is nog niets beslist over de toekomst van godsdienst/zedenleer. ‘Ik denk dat het eerlijk is om de huidige stand van zaken te beschrijven als zorgwekkend vanuit het oogpunt van de leerkrachten, en zeer onaantrekkelijk voor jonge mensen die een carrière als godsdienstleerkracht willen beginnen.’
In Vlaanderen besliste het gemeenschapsonderwijs GO! onlangs om in de derde graad van het secundair onderwijs een uur godsdienst of zedenleer op te geven voor een uur ‘interlevensbeschouwelijk leren’.
Dat alles doet vrezen dat het grondwettelijk artikel 24, dat lessen in de erkende godsdiensten en zedenleer in het officiële onderwijs voorschrijft, tijdens een volgende legislatuur wel eens aangepakt zou kunnen worden.
Lessen levensbeschouwing zijn weliswaar verankerd door de grondwet, maar de praktische uitwerking ervan ligt open.
Op de studiedag bleek die kans klein. In een video-interventie stelde minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) dat dit niet zal gebeuren. En ook Koen Pelleriaux, de chef van het GO!, ontkende het. Integendeel zelfs. ‘Ja, wij willen de levensbeschouwelijke vakken blijven aanbieden’, zei hij. Het blijkt immers belangrijk dat leerlingen hun identiteit kunnen blijven ontwikkelen. Maar de kwestie is of het vak nog wel praktisch organiseerbaar is.
Uurroosters, een nachtmerie
Voor directeurs van officiële scholen is het samenstellen van een uurrooster met alle gekozen confessies een nachtmerrie, en er zijn gewoonweg te weinig leerkrachten voor een levensbeschouwing, waardoor leerlingen vaak in de studie zitten. Het interlevensbeschouwelijk leren, zoals nu zal worden ingericht, is geen neutraal vak LEF (Levensbeschouwing, ethiek en filosofie), maar wordt gegeven door leerkrachten van de diverse confessies.
Op de studiedag werd ook voorbeelden uit Duitsland ter sprake gebracht, waar er in een aantal deelstaten een oecumenisch vak christelijke godsdienst wordt georganiseerd. Theoloog Didier Pollefeyt (KU Leuven) vond dat een piste om verder over na te denken.
Jeroen Hendrickx (KU Leuven) presenteerde recente ontwikkelingen binnen het godsdienstonderwijs in Vlaanderen. In het gehele secundaire onderwijs (alle netten) blijkt nog steeds 75 procent van de leerlingen rooms-katholieke godsdienst te volgen. Zo’n 15 procent volgt zedenleer, maar de grootste stijger is de islam. Het hele systeem dat voorkomt uit het grondwetsartikel, impliceert een samenwerking tussen de overheid en de erediensten.
Het is geen leren over godsdienst, maar vanuit een godsdienst/levensbeschouwing.
Hendrickx, zelf jarenlang godsdienstleerkracht: ‘De confessionele, geëngageerde invulling van het vak en van de godsdienstleerkracht staat vandaag ter discussie. Wat daarbij weleens uit het oog wordt verloren, is dat het vak de voorbije decennia niet is blijven stilstaan.’
In diverse bijdragen op de studiedag kwam de centrale positie van de leerkracht ter sprake. In een superdiverse samenleving is hij/zij de moderator van het levensbeschouwelijk gesprek en leren.
Door de vraag naar levensbeschouwelijke geletterdheid is er behoefte aan specialisten.
Maar het zou best kunnen dat in de toekomst het getuigeniskarakter aan belang zal winnen. ‘Het vak is geen relict uit het verleden, maar een dynamisch vak dat volop in beweging is.’