Tinneke Beeckman: ‘Ook als atheïst kun je dankbaar zijn’
Een bron van inspiratie voor Tinneke Beeckman is de joodse filosoof Baruch Spinoza (17de eeuw), die wordt beschouwd als een van de grondleggers van het rationalisme, dat op zijn beurt leidde tot de Verlichting. En net als Spinoza heeft ze zelf een verrassend positieve kijk op Christus, zo vertelt ze hieronder.
#1 Waarom huil je?
Tinneke Beeckman • Om mensen die er niet meer zijn. En om het feit dat ik in veel gevallen niet voldoende ‘dank u’ heb gezegd.
#2 Waarom willen mensen de wereld winnen maar hun leven verliezen?
Ik heb de indruk dat het omgekeerde het geval is, vandaag de dag: veel mensen willen zeker niet hun leven verliezen, maar gaan achteloos om met de wereld. Ze willen blijven consumeren, zonder enige achting voor de schade aan de planeet. Het verleden geldt niet als inspiratiebron, de toekomst doet er niet toe.
Alleen het zo comfortabel mogelijk in het ‘nu’ hebben, telt. En dat is dramatisch.
Ongetwijfeld is dat een verschil met Jezus’ tijd: je leven was afhankelijk van de vorige generaties, en je gaf het door aan de volgende generaties. Zelf ben je een kleine schakel in een groter geheel.
#3 Heb je je ooit veroordeeld gevoeld?
Ouder worden heeft heel bevrijdende kanten, en dit is er één van: wat anderen denken, doet er steeds minder toe. Natuurlijk was dat als kind anders. dat is logisch, je bent meer afhankelijk van anderen. En je kan alleen leren als je wel oog hebt voor wat anderen willen. Sterker nog, als kind voelen dat ouderen verwachten dat je iets kan, is onontbeerlijk – niets lijkt me erger dan volwassenen die niets verwachten van jongeren.
Maar dat oordeel kan ook streng en beklemmend zijn. als je ouder wordt, kan je het beter doseren: je weet dat je niet zelfgenoegzaam mag zijn, maar je kan tegelijk milder zijn voor jezelf. En dan lukt die houding ook beter tegenover anderen.
#4 Waarom merk je de splinter in het oog van je broer of zus op, maar niet de balk in je eigen oog?
IJdelheid is hier het antwoord. Je denkt ten onrechte dat je het centrum van de wereld bent, en bent daarmee anderen tot last.
Het werk van heel wat filosofen is hiervoor een goede remedie, van Socrates tot Montaigne of Spinoza. Zij leren dat je je eigen motieven vaak niet kent; dat je niet weet waartoe je lichaam of geest juist in staat zijn. Denken impliceert dus vaak de blinde vlekken van je eigen denken herkennen.
#5 Waar is je geloof?
Ik ben ongelovig opgevoed, en heb dus geen geloof. Maar Spinoza’s ‘Deus sive Natura’ (God als alomvattende maar niet transcendente natuur, ndr.) inspireert me wel; in zijn realistische wereld voel ik me thuis. Hoe onherbergzaam die ook blijkt te zijn, uiteindelijk.
Maar zelfs in de dood kan je je verbonden voelen met anderen, die ook hebben moeten sterven. Ik doel hier niet op een leven na de dood, maar op een gedeelde menselijke conditie. Hetzelfde gevoel had ik toen ik zwanger was: dit hebben al ontelbare vrouwen meegemaakt, ik ben niet alleen.
#6 Wat wil je dat Ik voor je doe?
Ik heb weinig verwachtingen. Dankbaarheid vind ik wel belangrijk, tegenover personen, vorige generaties, gemeenschappen en breder het leven.
Veel atheïsten denken ten onrechte dat je niet hoeft dankbaar te zijn, omdat er niets of niemand zou zijn om te danken.
Daar ben ik niet mee eens. En vooral: je mist zelf iets, als je vergeet die nederigheid op te brengen.
#7 Denk je dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te stichten?
Veel filosofen hebben een verrassend positief beeld van Christus, hoe kritisch ze verder ook zijn voor godsdienst (Spinoza, Voltaire, Nietzsche…). en ik kan me daarbij aansluiten.
Helaas is er soms een hemelsbrede kloof tussen de oorspronkelijke boodschap en de manier dat die boodschap in de praktijk is aangewend, niet in het minst door kerkelijke overheden. Dat mensen in naam van het goede soms gruwelijke dingen doen, is één van de grootste menselijke tekortkomingen – die natuurlijk even goed in de politiek of op andere domeinen tot uiting komen.