Hoe Tomáš Halík synode in Praag inspireerde: lees zijn toespraak
Hieronder volgt de integrale toespraak van Tomáš Halík, dé spirituele auteur van het hedendaagse katholicisme. Tussentitels en quotes zijn van de redactie. Download in pdf.
Toen christenen aan het begin van hun geschiedenis gevraagd werd wat er nieuw was aan hun manier van leven, of het een nieuwe godsdienst of een nieuwe filosofie was, antwoordden zij: ‘Het is de weg.’ Het is de weg waarop we degene volgen die zei: ‘Ik ben de weg.’ In de loop van de geschiedenis, vooral in tijden van crisis, verwezen christenen steevast naar deze visie.
In beweging komen
De opdracht van de wereldwijde bisschoppensynode is anamnese. Dit betekent: het dynamische karakter van het christendom terug oproepen, aanwakkeren en verdiepen. Het christendom was de weg in het begin en het moet de weg zijn voor nu en altijd.
De Kerk als gemeenschap van pelgrims is een levend organisme.
Dit betekent dat ze altijd moet openstaan, bezig zijn met zich te transformeren en te evolueren. Synodaliteit betekent samen op weg zijn (syn hodos), en dit veronderstelt een voortdurende openheid voor de Geest van God, door wie de levende en verrezen Christus leeft en werkt in de Kerk. De synode is een gelegenheid om samen te luisteren naar wat de Geest vandaag tegen de Kerken zegt.
De komende dagen zullen we samen nadenken over de eerste vruchten van dit traject om het synodale karakter van de Kerk op ons continent te doen herleven.
> Herbekijk de liveblog van Kerknet om de werkzaamheden in Praag te herbeleven.
Het is een klein onderdeel van een lange tocht. Dit kleine maar belangrijke fragment van de historische ervaring van het Europese christendom moeten we plaatsen in een bredere context, in de kleurrijke mozaïek van het wereldwijde christendom van de toekomst.
We moeten klaar en duidelijk verwoorden wat het Europese christendom vandaag wil en kan doen om te reageren op de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van onze hele planeet – deze planeet die vandaag op vele manieren onderling verbonden is, is tegelijkertijd ook wereldwijd op vele vlakken verdeeld en bedreigd.
Wat de tragische religieuze geschiedenis van Tsjechië leert
We zijn hier bijeen in een land met een tragische religieuze geschiedenis. Denk maar aan de reformatie in de veertiende eeuw, de godsdienstoorlogen in de 15de en 17de eeuw en de zware vervolging van de Kerk in de 20ste eeuw. In de gevangenissen en concentratiekampen van het nazisme en het stalinisme leerden christenen praktische oecumene en dialoog met ongelovigen, solidariteit, delen, armoede en de ‘wetenschap van het kruis’.
Dit land heeft drie golven van secularisatie ondergaan als gevolg van sociaal-culturele veranderingen: ‘een zachte secularisatie’ bij de snelle overgang van een agrarische naar een industriële samenleving; een harde en gewelddadige secularisatie onder het communistische regime; en nog een andere ‘zachte secularisatie’ bij de overgang van een totalitaire samenleving naar een kwetsbare pluralistische democratie in het postmoderne tijdperk.
Juist de transformaties, crisissen en beproevingen dagen ons uit om nieuwe wegen en mogelijkheden te vinden voor een dieper doorgronden van wat essentieel is.
Openstaan voor zoekers
Paus Benedictus heeft tijdens een bezoek aan dit land voor het eerst het idee verwoord dat de Kerk, net als de tempel van Jeruzalem, ‘een voorhof voor de volkeren’ zou moeten hebben. Terwijl sekten alleen mensen toelaten die zich strikt aan de regels houden en zich ten volle engageren, moet de Kerk een ruimte openhouden voor zinzoekers, voor hen die zich weliswaar niet volledig identificeren met haar leer en praktijken, maar zich toch enigszins verbonden voelen met het christendom.
Jezus zei: ‘Immers, wie niet tegen ons is, is vóór ons’ (Marcus 9,40). Hij waarschuwde zijn leerlingen voor de ijver van revolutionairen en inquisiteurs, voor hun pogingen om de engelen van het laatste oordeel te spelen en het kaf van het koren te vroeg te scheiden. Zelfs de heilige Augustinus betoogde dat velen die denken buiten te staan in feite binnen staan, en dat velen die denken binnen te staan, in feite buiten staan.
De Kerk is een mysterie; wij weten waar de Kerk is, maar wij weten niet waar ze niet is.
Wij geloven en belijden dat de Kerk een mysterie is, een sacrament, een teken (signum) – een teken van de eenheid van de hele mensenfamilie in Christus. De Kerk is een dynamisch sacrament, zij is een weg naar deze bestemming.
Heilige Kerk?
De totale eenwording is een eschatologische bestemming die pas aan het einde van de geschiedenis volledig gerealiseerd kan worden. Pas dan zal de Kerk volledig en volmaakt één, heilig, katholiek en apostolisch zijn. Pas dan zullen we God volledig zien en weergeven zoals Hij is.
Het is de opdracht van de Kerk om het verlangen naar dit doel voortdurend levend te houden in de harten van de mensen. Tegelijkertijd moet ze de verleiding weerstaan om eender welke kerkelijke of maatschappelijke realiteit en eender welke religieuze, filosofische of wetenschappelijke kennis als definitief en volmaakt te beschouwen.
We moeten altijd het onderscheid maken tussen de concrete gestaltegeving van de Kerk in de geschiedenis en haar eschatologische realiteit.
We moeten dus een onderscheid maken tussen de Kerk onderweg, de worstelende Kerk (ecclesia militans) en de zegevierende Kerk in de hemel (ecclesia triumphans).
De Kerk onderweg in de geschiedenis beschouwen als de volmaakte ecclesia triumphans leidt tot triomfalisme, een gevaarlijke vorm van afgoderij. Bovendien kan de ecclesia militans, als zij de verleiding van het triomfalisme niet weerstaat, een verderfelijke militante instelling worden.
Wij belijden in alle nederigheid dat dit in de geschiedenis van het christendom meermaals gebeurd is. Deze tragische gebeurtenissen brengen ons nu tot de rotsvaste overtuiging dat de missie van de Kerk erin bestaat een bron van geestelijke inspiratie en transformatie te zijn, waarbij de gewetensvrijheid van ieder mens ten volle gerespecteerd wordt en elk gebruik van geweld, elke vorm van manipulatie afgewezen wordt.
Net als politieke macht kunnen ook moreel overwicht en geestelijk gezag misbruikt worden, zoals de schandalen van seksueel, psychologisch, economisch en geestelijk misbruik in de Kerk ons hebben laten zien, vooral het misbruik en de uitbuiting van de zwakste en kwetsbaarste mensen.
Opdracht tot missionering juist verstaan
De permanente opdracht van de Kerk is missionering. Maar dit kan vandaag geen reconquista (herovering, ndr.) zijn, een uiting van nostalgie naar een vervlogen tijd, maar ook geen proselitisme, manipulatie of een poging om zoekers binnen de bestaande mentale en institutionele grenzen van de Kerk te duwen. Integendeel, deze grenzen moeten juist verbreed en verrijkt worden door ervaringen van zoekers.
Als we het principe van synodaliteit ernstig nemen, dan moeten we missionering niet begrijpen als een unilateraal proces maar eerder als een samen op weg gaan in een geest van dialoog, van zoeken om elkaar te begrijpen.
Synodaliteit is een leerproces waarin we niet alleen onderwijzen maar ook leren.
De oproep om een voorhof voor de volkeren binnen de tempel van de Kerk te openen om zoekers te integreren, was een positieve stap op weg naar synodaliteit in de geest van het Tweede Vaticaanse Concilie.
Vandaag moeten we echter verder gaan. Er is iets gebeurd met het hele tempelprofiel van de Kerk en dat mogen we niet negeren. Voor zijn verkiezing tot de Stoel van Petrus herinnerde kardinaal Bergoglio aan de woorden uit de Schrift: ‘Jezus staat aan de deur en klopt.’ Maar vandaag voegde hij eraan toe: ‘Jezus klopt van binnenuit. Hij wil naar buiten en wij moeten Hem volgen.’
We moeten onze huidige mentale en institutionele grenzen overschrijden om vooral naar de arme, gemarginaliseerde en lijdende mensen te gaan. De Kerk moet een veldhospitaal zijn – dit idee van paus Franciscus moet verder uitgewerkt worden. Een veldhospitaal moet gedragen worden door een Kerk die in staat is te zorgen voor:
- een deskundige diagnose (door de tekenen van de tijd te lezen);
- preventie (door het immuunsysteem te versterken tegen besmettelijke ideologieën zoals populisme, nationalisme en fundamentalisme);
- een therapie en genezing op lange termijn (inclusief het proces van verzoening en het helen van wonden na een tijd van geweld en onrecht).
Voor deze zeer belangrijke opdracht heeft de Kerk dringend bondgenoten nodig – haar op weg zijn moet gedeeld worden, het is een samen onderweg zijn (syn hodos).
We moeten anderen niet hoogmoedig en arrogant benaderen alsof we de waarheid in pacht hebben.
De waarheid is een boek dat niemand van ons al uitgelezen heeft.
We bezitten de waarheid niet, maar we hebben haar lief, we beminnen de Enige die met gezag mag zeggen: ‘Ik ben de waarheid.’
Synodaliteit als spiritueel proces
Jezus beantwoordde de vraag van Pilatus niet met een theorie, een ideologie of een definitie van waarheid. Maar Hij getuigde van de waarheid die alle doctrines en ideologieën overstijgt. Hij openbaarde de waarheid die in daden zichtbaar wordt, die levend en persoonlijk is. Alleen Jezus kan zeggen: ‘Ik ben de waarheid.’ En tegelijkertijd zegt Hij: ‘Ik ben de weg en het leven.’
Een waarheid die geen leven en geen weg zou zijn, zou eerder een ideologie, een loutere theorie zijn. Orthodoxie moet gepaard gaan met orthopraxie – juist handelen.
En we mogen de derde en diepere dimensie van het leven in waarheid niet vergeten. Dit is ‘orthopathie’: juiste passie, verlangen, innerlijke ervaring – spiritualiteit.
Het is vooral door de spiritualiteit – de geestelijke ervaring van iedere gelovige en van de hele Kerk – dat de Geest ons geleidelijk aan inwijdt in de volheid van de waarheid. Deze drie elementen hebben elkaar nodig. Hoewel orthodoxie (juiste ideeën) intellectueel aantrekkelijk kan zijn, is zij zonder orthopraxie (juiste handelen) ondoeltreffend en zonder orthopathie (juiste gevoel) koud, ongevoelig en oppervlakkig.
De nieuwe evangelisatie en de synodale transformatie van Kerk en wereld zijn een proces waarin we moeten leren God op een nieuwe en diepere manier te aanbidden – in Geest en waarheid.
Van zelfgave naar nieuw leven
We moeten niet bang zijn dat sommige vormen van kerk-zijn sterven: 'Als de graankorrel niet in de akkergrond sterft, blijft hij onvruchtbaar. Maar hij moet sterven, alleen dan brengt hij rijke vruchten voort' (Johannes 12,24).
We moeten de Levende niet tussen de doden zoeken.
In elke periode van de kerkgeschiedenis moeten we de kunst van geestelijke onderscheiding beoefenen door aan de boom van de Kerk de levende takken van de dorre en dode takken te scheiden.
Triomfalisme, de aanbidding van een dode God, moet door een nederige kenotische ecclesiologie vervangen worden. Het leven van de Kerk bestaat erin deel te nemen aan de paasparadox: het moment van zelfgave en zelfoverstijging, de transformatie van de dood in de verrijzenis en nieuw leven.
Door de ogen van het geloof zien we niet alleen het ononderbroken scheppingsproces (creatio continua). In de geschiedenis – en vooral in de kerkgeschiedenis – kunnen we ook de ononderbroken processen van incarnatie (incarnatio continua), lijden (passio continua) en verrijzenis (ressurectio continua) waarnemen.
De paaservaring van de ontluikende Kerk bevat een verrassing: de verrijzenis is geen wederopstanding van het verleden maar een radicale transformatie.
Bedenk dat zelfs de ogen van wie Hem het meest nabij waren, de verrezen Jezus niet herkenden. Maria Magdalena herkende Hem aan zijn stem, Thomas aan zijn wonden en de Emmaüsgangers aan het breken van het brood.
Ook nu nog is een belangrijk onderdeel van het christen-zijn de zoektocht naar de levende Christus, die op vele verrassende – en soms anonieme – manieren naar ons toekomt. Hij komt binnen door de gesloten deur van onze angst; we missen Hem als we ons in angst opsluiten. Hij komt tot ons als een stem die tot ons hart spreekt; we missen Hem als we ons laten verdoven door het lawaai van ideologieën en reclameboodschappen.
Hij toont zich aan ons in de wonden van onze wereld.
Als we deze wonden negeren, hebben we niet het recht om met de apostel Thomas te zeggen: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Hij toont zich aan ons als de onbekende vreemdeling op de weg naar Emmaüs; we zullen Hem missen als we niet bereid zijn ons brood te breken met anderen, zelfs met vreemdelingen.
Kerk als teken van universele broederschap
Als signum, sacramenteel teken, is de Kerk een symbool van die ‘universele broederschap’ die de eschatologische bestemming is van de geschiedenis van de Kerk, van de geschiedenis van de mensenfamilie en van het hele scheppingsproces. Wij geloven en belijden dat zij een signum efficiens – een doeltreffend instrument van dit eenwordingsproces is. En om dit te bereiken moeten we contemplatie en actie samenhouden.
Het vereist een ‘eschatologisch geduld’ met de heilige rusteloosheid van het hart (inquietas cordis), die alleen kan uitmonden in de armen van God aan het einde der tijden. Gebed, aanbidding, het vieren van de eucharistie en ‘politieke liefde’ zijn onderling op elkaar afgestemde elementen in het proces van vergoddelijking en eenwording van de wereld in Christus.
Politieke diaconie schept een cultuur van nabijheid en solidariteit, van empathie en gastvrijheid, van wederzijds respect. Zij bouwt bruggen tussen mensen van verschillende volkeren, culturen en religies. Tegelijkertijd is politieke diaconie ook een eredienst, een onderdeel van die metanoia waarin de menselijke en intermenselijke werkelijkheid getransformeerd wordt en een goddelijke kwaliteit en diepte krijgt.
De Kerk participeert aan de transformatie van de wereld vooral door de evangelisatie die haar hoofdopdracht is.
De vruchtbaarheid van de evangelisatie ligt in de inculturatie, in de incarnatie van het geloof in een levende cultuur, in het denken en leven van mensen. Het zaad van het Woord moet diep genoeg in goede aarde geplant worden. Evangelisatie zonder inculturatie is slechts oppervlakkige indoctrinatie.
Secularisatie
Het Europese christendom werd als een paradigmatisch voorbeeld van inculturatie beschouwd: het christendom werd de dominante kracht in de Europese beschaving. Geleidelijk aan werden echter de nadelen en schaduwkanten van deze manier van evangelisatie duidelijk.
Sinds de Verlichting zijn we in Europa getuige van een zekere ‘ex-culturatie’ van het christendom, een secularisatie van cultuur en samenleving.
Het secularisatieproces heeft niet geleid tot het verdwijnen van het christendom, zoals sommigen verwachtten, maar tot de transformatie ervan. Bepaalde aspecten van de evangelische boodschap die omwille van de vermenging van kerkelijke en politieke macht verwaarloosd werden, zijn opgenomen in het seculiere humanisme.
Het Tweede Vaticaanse Concilie probeerde een einde te maken aan de ‘cultuuroorlogen’ tussen het katholicisme en de seculiere moderniteit en juist deze waarden (bv. de het beklemtonen van de gewetensvrijheid) via dialoog in de officiële leer van de Kerk te integreren. (Hans Urs von Balthasar sprak van het beroven van de Egyptenaren).
De eerste zin van de constitutie Gaudium et spes klinkt als een huwelijksgelofte: de Kerk beloofde de moderne mensen liefde, respect, trouw, solidariteit en een openstaan voor hun vreugde en hoop, verdriet en angst. Deze hoffelijkheid werd echter niet met veel wederkerigheid beantwoord.
Voor de ‘moderne mens’ leek de Kerk een te oude en onaantrekkelijke bruid.
Bovendien kwam de welwillendheid van de Kerk tegenover de moderne cultuur op een moment dat de moderniteit ten einde liep.
Globalisering
De culturele revolutie rond 1968 was misschien zowel het hoogtepunt als het einde van het tijdperk van de moderniteit. Het jaar 1969, toen de mens een eerste voet op de maan zette en de uitvinding van de microprocessor het internettijdperk inluidde, kan als het symbolische begin van een nieuw postmodern tijdperk beschouwd worden. Kenmerkend voor dit tijdperk is de paradox van de globalisering met aan de ene kant een bijna universele onderlinge verbondenheid en aan de andere kant een radicale pluraliteit.
De schaduwzijde van de globalisering wordt vandaag zichtbaar.
Denk aan de wereldwijde verspreiding van geweld, van de terroristische aanslagen tegen de Verenigde Staten in 2001 tot het staatsterrorisme van het Russische imperialisme en de huidige Russische genocide in Oekraïne; de pandemieën van besmettelijke ziekten, de vernieling van de natuurlijke leefomgeving en de ondermijning van het morele klimaat door populisme, nepnieuws, nationalisme, politiek radicalisme en religieus fundamentalisme.
Teilhard de Chardin was een van de eerste profeten van de globalisering die hij ‘planetisatie’ noemde, om de plaats ervan in de context van de algemene ontwikkeling van de kosmos weer te geven. Teilhard stelde dat de eindfase van het globaliseringsproces niet een of ander gevolg van een automatische ontwikkeling en vooruitgang zou zijn, maar een bewuste en vrije wending van de mensenfamilie naar een unieke kracht die verenigt zonder te vernietigen. Hij herkende deze kracht in de liefde zoals die in het Evangelie verstaan wordt.
Liefde verwerkelijkt zichzelf door zichzelf te overstijgen.
Ik geloof dat dit beslissende moment nu plaatsvindt en dat de wending van het christendom naar synodaliteit, de transformatie van de Kerk in een dynamische gemeenschap van pelgrims een impact kan hebben op het lot van de hele mensenfamilie. Synodale vernieuwing kan een moet een uitnodiging, aanmoediging en inspiratie zijn voor allen om samen op weg te gaan, samen te groeien en samen tot volle wasdom te komen.
Heeft het huidige Europese christendom de moed en de geestelijke energie om de dreiging van een ‘botsing van beschavingen’ af te wenden door het globaliseringsproces om te vormen tot een proces van communicatie, delen en wederzijdse verrijking, tot een civitas ecumenica, een school van liefde en ‘universele broederschap’?
Toen de coronapandemie de kerken deed leeglopen en sluiten, vroeg ik mij af of deze lockdown geen profetische waarschuwing was. Zo kan Europa er binnenkort uitzien als ons christendom geen nieuw leven ingeblazen wordt en als we niet begrijpen wat de Geest vandaag tot de Kerken zegt.
Als de Kerk wil bijdragen tot de transformatie van de wereld, moet zij zelf voortdurend getransformeerd worden: zij moet een ‘ecclesia semper reformanda’ zijn.
Wil een hervorming, een verandering van vorm, bijvoorbeeld van bepaalde institutionele structuren, goede vruchten voortbrengen, dan moet zij voorafgegaan en begeleid worden door een revitalisering van de ‘bloedsomloop’ van het lichaam van de Kerk – en dat is de spiritualiteit. We mogen ons niet alleen toespitsen op de afzonderlijke organen en nalaten te zorgen voor wat hen onderling verbindt en doordrenkt met Geest en leven.
Probeer het opnieuw!
Veel mensenvissers hebben vandaag gelijkaardige gevoelens als de Galilese vissers aan de oevers van het meer van Genezareth toen zij Jezus voor het eerst ontmoetten: ‘Wij hebben de hele nacht gezwoegd en niets gevangen.’ In veel Europese landen zijn kerken, kloosters en seminaries leeg of halfleeg.
Jezus zegt tot ons hetzelfde als tot de uitgeputte vissers: ‘Probeer het opnieuw, vaar naar het diepe.’
Opnieuw proberen wil niet zeggen de oude fouten herhalen.
Er is volharding en moed nodig om het ondiepe te verlaten en naar het diepe te varen. ‘Waarom zijn jullie bang – hebben jullie geen geloof?’, vraagt Jezus in alle stormen en crisissen.
Geloven is een moedig op weg gaan naar de diepte, een weg van transformatie (metanoia) van Kerk en wereld, een gemeenschappelijke weg (syn-hodos) van synodaliteit.
Het is een weg uit de verlammende angst (paranoia) naar metanoia en pronoia, naar vooruitziendheid, voorzichtigheid, onderscheiding, openheid voor de toekomst en voor Gods uitdagingen in de tekenen van de tijd.
Moge onze bijeenkomst in Praag een moedige en gezegende stap zijn op deze lange en veeleisende weg.
Tomáš Halík