‘Trauma is geen bladzijde, maar het boek van je leven’
‘Woorden vonden hun weg terug, terwijl ik niet wist dat ze me ontnomen waren’, zo begint Patrick Goujon zijn relaas over seksuele agressie door een priester in zijn kindertijd. Een getuigenis als geen ander.
PATRICK GOUJON
- geboren in 1969 in Verdun, waar hij ook opgroeide
- literatuurwetenschapper, antropoloog, theoloog en jezuïet
- hoogleraar spiritualiteitsgeschiedenis aan het Centre Sèvres, de jezuïetenfaculteit in Parijs
- auteur van boeken over spiritualiteit en de geschiedenis van de jezuïeten
- Zijn boek Prière de ne pas abuser kwam uit in 2021 en gaat nu internationaal
Wanneer dacht je: ik moet een boek schrijven over mijn ervaringen?
In het begin schreef ik vooral voor mezelf. Toen de herinneringen terugkwamen, was dat tegelijk een bevrijding en een innerlijke storm. Ik leek wel een vreemdeling in mijn eigen leven. Als literatuurwetenschapper en schrijver vond ik het belangrijk om de juiste woorden te vinden voor die plotselinge stroom van herinneringen.
Pas later overwoog ik de mogelijkheid om mijn verhaal te publiceren, aangespoord door een vrederechter. Het kon iets betekenen voor andere mensen. Mijn vaste uit- gever zag het meteen zitten.
De titel is heel duidelijk. Dringt de impact van seksueel misbruik nog niet voldoende door?
We kunnen niet genoeg benadrukken hoe diep die impact is. Ik heb er veertig jaar over gezwegen! Als je durft uit te spreken wat jou overkomen is, voelt dat als een bevrijding. Maar tegelijk begint een nieuwe beproeving: ermee leren leven. Het trauma is geen bladzijde die je kan omslaan. Het is het boek van je leven.
Bepaalde situaties doen de crisis herleven en je kan weer vanaf nul beginnen herstellen. In Frankrijk kwam in 2021 ongeveer gelijktijdig met mijn boek het rapport-Ciase uit, met de resultaten van onafhankelijk onderzoek naar seksueel misbruik in de Franse Kerk. Ik dacht dat het rapport alles zou oplossen, maar er worden nog altijd problemen verzwegen om de kerkelijke eenheid niet te schaden. Eenheid? Met mensen die kwetsbaren misbruiken kan je niet in evangelische eenheid zijn. Alsof de apostelen naar Judas zouden zijn toegelopen om te zeggen: ‘Laat ons toch vrienden blijven.’
Hoe kwam de herinnering aan het pijnlijke verleden weer boven bij jou?
Dat is ook voor mij een mysterie. Ik heb al sinds mijn jeugd chronische rugpijn en was uitbehandeld. In een pijncentrum leerde ik technieken om de pijn voor te zijn en voor mezelf te zorgen. Dat hielp wonderbaarlijk. Het heeft heel wat op gang gebracht.
Een volgende stap was het plotselinge besef dat ik enorm gevoelig ben aan machtsmisbruik. De aanleiding was een probleem tussen collega’s op het werk. Gingen we dat machtsmisbruik laten passeren? Dan leefden we allemaal in de ontkenning. Dat laatste woord bleef aan mij plakken. Ik leefde zelf in een ontkenning! Als in een flits stond het me weer helder voor ogen hoe een priester zich tegen mij masturbeerde in de sacristie. Ettelijke keren is dat gebeurd, van mijn 7 tot 11 jaar ongeveer, in de parochiekerk van Verdun. Uit zelfbehoud heb ik alles onder een tapijt van angst en pijn gekeerd.
Wat is er met jouw dader gebeurd?
In de jaren na het misbruik heb ik hem nog een paar keer van ver gezien. Hij leek onder de pillen te zitten. Recentelijk is aan het licht gekomen dat hij indertijd veel slachtoffers gemaakt heeft, allemaal op dezelfde manier. Zelfs al van vóór zijn wijding! Ik was gewoon een van die kinderen op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.
De bisschop van Verdun vroeg zijn laïcisering aan in Rome, maar de ‘ambtenaren van het Vaticaan’ hebben zich niet gehaast. Drie weken geleden is hij overleden, op 93-jarige leeftijd. In zijn overlijdensbericht stond ‘meneer’ in plaats van ‘eerwaarde’. Een kleine maar toch belangrijke troost.
Veel mensen vinden dat daders harder gestraft moeten worden. Hoe kijkt u daarnaar?
De volkswoede is een normale reactie, maar je mag er niet in blijven hangen. Zelfs los van de verjaring is het straffen van daders complexe materie, want zonder bekentenis van de dader is er meestal weinig of geen enkel bewijs. Willen we dan een samenleving waar de rechten van de verdediging niet meer gelden?
Ik zie dus eerder een oplossing in praatgroepen en herstelrecht. We moeten de innerlijke agressie van mensen – vooral mannen, zo blijkt – onder ogen zien. Waar komt die vandaan? Hoe pakken we die aan? Kerk en samenleving staan hier voor een gezamenlijke opdracht.
Los daarvan vind ik wel dat Rome elke gewijde persoon die seksueel misbruik begaat naar de lekenstaat moet terugbrengen. Zo iemand kan geen eucharistie meer vieren.
Wat zou je graag zien dat er in de Kerk gebeurt?
Dat er geen angst zou zijn voor de waarheid. Ik hoor een bisschop en ‘groot theoloog’ nog zeggen: ‘Ik besef nu dat we de waarheid mogen zeggen aan de gelovigen.’ Die uitspraak heeft mij met verstomming geslagen. Voor wie nemen ze ons? Welke ontwikkelingen hebben ons toch tot zo’n kerkstructuur gebracht?
Het synodaal proces dat paus Franciscus opstartte, is van fundamenteel belang. Eindelijk worden gelovigen au sérieux genomen. Maar precies om die reden ondervindt het proces ook zoveel tegenstand. Er zijn er die de paradigmashift liever niet zien gebeuren.
Waaraan schrijf je toe dat het jou lukt om zo’n trauma te verwerken?
Ik heb veel te danken aan het warme gezin waarin ik ben opgegroeid. Over het algemeen had ik een gelukkige kindertijd. De verdringing van het trauma heeft me toegelaten om op te groeien. Ik heb het gevoel dat het pas weer naar boven gekomen is op het moment dat ik er klaar voor was om het kwaad in de ogen te kijken.
Ik heb me wel afgevraagd waarom ik destijds voor het priesterschap gekozen heb. Was ik toen wel helemaal mezelf? Maar als priester kan ik, denk ik, veel mensen helpen die me opzoeken. Ik mag hen mee helpen zoeken naar hoe God in hun leven actief is en dat samen vieren. Dat is voor mij de bestaansreden van de Kerk. Ze is de plaats waar we ons mens-zijn delen en Gods aanwezigheid vieren. Dat wil ik niet opgeven.
Wat zou je zeggen tegen slacht- offers die hun verhaal nog niet verteld hebben?
Elk slachtoffer heeft er nood aan gehoord te worden, wat hij of zij ook wil zeggen. Maar soms kun je niets zeggen. Als je zo iemand nabij wil zijn, moet je niet insisteren op het woord, maar op het leven. Het is een taak voor iedereen en het is niet moeilijk. Gewoon respectvol en tactvol zijn voor de ander. Daar heeft iedereen iets aan.
De drie fragmenten uit het boek van Patrick
1. ‘In minder tijd dan nodig is om het te zeggen, herinnerde ik me plotsklaps het onheil. Ik wandelde moeiteloos huiswaarts, alsof een toestand van gewichtloosheid zich van mij meester had gemaakt. Ik voelde vreugde. Vreugde, jawel, hoe ongelooflijk dit ook lijkt! Ik had het kwaad geïdentificeerd. Mijn lichaam, dat ik al de tijd ter verantwoording had geroepen voor de pijn, was totaal onschuldig aan het vergallen van mijn leven.‘
2. ‘Roepen is stem geven aan iets. Maar je zal niet verbaasd zijn dat, als bij oud ijzer, er roest op mijn stem zat. Ik stortte in. Onmiddellijk, zonder enig geluid te maken, kwam mijn vroeger kind me troosten. Ineengedoken zat het tegen mij aan, het bedankte me dat ik deze weg durfde bewandelen.’
3. ‘Mijn woede. Ik zou er liever over zwijgen. Ik schaam me ervoor, ze verscheurt me en brengt me weg van de vreedzame man die ik wil zijn. Ze is aanwezig zoals borrelende lava. Haar uitbarstingen bezorgen me veel lijden. Ik kan het niet verdragen dat iemand onrecht begaat vanuit een gezaghebbende positie. Misbruik dat ontkend wordt, daar kan ik nog minder tegen. Mijn woede explodeert als de stem van de slachtoffers – weeral – niet gehoord wordt. Ik stik, letterlijk. De woede benauwt me omdat ik op zo’n moment de schaduw van de machthebber over me heen voel.’
Bijna veertig jaar leefde hij in de ontkenning. Hij dacht door het uit te spreken te kunnen genezen. Maar wat eerst een bevrijding leek, werd een beproeving, een strijd om elke dag met het trauma te leren leven.
’Misbruik kan niet’, het beklijvende maar ook mooi geschreven verhaal van jezuïet Patrick Goujon komt uit op 6 oktober bij Uitgeverij Halewijn (18,50 euro).
Het is ook beschikbaar als e-book (12,99 euro).