Vastenbrief hulpbisschop Koen Vanhoutte: ‘Pelgrims van verzoening’
Nieuwsberichten zorgen nogal eens voor een bedrukte stemming. Wereldnieuws gaat dikwijls over uitzichtloze conflicten. Ze zorgen voor onzekerheid en angst. Ook binnen relaties, families en gemeenschappen leven mensen soms op gespannen voet samen. Ze groeien uit elkaar. Er vallen harde woorden bij slaande deuren. Soms voelen we ons slachtoffer van ruzies die we niet wilden. Op andere momenten zien we dat we mee aan de oorsprong lagen van hoogopgelopen spanningen. Verdeeldheid en tweespalt zorgen voor een onveilig samenleven.
Ons hart verlangt naar toenadering, vergeving, vrede en verzoening.
Hoe gaan we om met die soms rauwe werkelijkheid van langdurige vetes? Leggen we ons neer bij die feiten? Is de mens werkelijk tot niets beters in staat? Soms kiezen we ervoor om realistisch te accepteren dat sommige zaken niet meer goed kunnen komen. Dat neemt echter niet weg dat ons hart verlangt naar toenadering, vergeving, vrede en verzoening. Tegenover de harde feiten van verdeeldheid staat de honger naar een nieuw begin. De Bijbel voedt dit hoopvolle visioen. De boodschap is duidelijk: er is toekomst, ook voorbij de scherven van geruzie. Die droom is geen bedrog. De Schriften leren ons te vertrouwen op Gods Geest, die mensenharten beweegt en bereid maakt tot verzoening.
Als pelgrims van hoop zijn we al goed op weg in het Jubeljaar. Nu staan we aan de start van de veertigdagentijd, als pelgrims van hoop op verzoening. Openstaan voor en werken aan verzoening geeft een eigen kleur aan de sterke voorbereidingstijd naar Pasen. Het is dan ook goed vanaf het begin te kijken hoe we op weg naar Pasen ruimte willen maken voor verzoening.
We hopen te mogen groeien in het geven en ontvangen van vergeving.
Onze gebedsgewoontes kunnen we in dit perspectief bijkleuren. We vragen de Heer om ons hart te openen voor de toenaderingsstappen van anderen. We bidden dat Hij ons de moed geeft om eerste stappen te zetten op weg naar een open en eerlijk gesprek. We hopen te mogen groeien in het geven en ontvangen van vergeving. We verwachten veel van de Geest die vrede en verzoening bewerkt.
Die Geest vraagt echter om onze actieve medewerking. In bemiddelings- en verzoeningsprocessen zijn ook wij aan zet. Bij de aanvang van de veertigdagentijd kunnen we, na bezinning en gebed, plannen maken om concrete stappen te zetten naar verzoening. Bij wie willen we ons verontschuldigen? Wie willen we om vergeving vragen? Wie geven we, in groeiend geduld, nieuwe kansen? Hoe nemen we contact op met degenen die we uit de weg zijn gegaan? Het zijn wellicht geen gemakkelijke, maar wel concrete stappen die onze tocht naar Pasen hoopvol maken.
Aan het einde van de veertigdagentijd is het goed om, terugkijkend op onze afgelegde weg, het sacrament van boete en verzoening te vieren. We bekennen ons aandeel in de vervreemding die is ontstaan tussen mensen. We delen ons verlangen naar en onze inzet voor verzoening. We ontvangen het genadeteken van God, die de wereld met zich verzoent door Jezus’ Pasen, in de kracht van zijn Geest. We wensen elkaar een gezegende veertigdaagse pelgrimstocht waarin verzoening mag groeien. Goede moed!
Koen Vanhoutte, hulpbisschop vicariaat Vlaams- Brabant en Mechelen