Veronica, de kruisweg-heilige die nooit heeft bestaan
Het probleem is dat de naam Veronica (of het originele Griekse Beronike) nergens in de Bijbel terug te vinden is. Hetzelfde geldt voor haar sluier of doek. Alle bronnen voor haar verhaal komen uit de buitenbijbelse christelijke traditie. Daarin wordt de naam Veronica toegekend aan de naamloze vrouw die twaalf jaar lang bloedde tot ze de rand van het kleed van Christus aanraakte en genezen werd. Pas in de elfde eeuw ontstond het verhaal dat Jezus de genezen vrouw een wonderbaarlijke doek gaf waarop zijn gezicht stond afgebeeld. Ten slotte kwam er vrij laat een koppeling tot stand tussen het stuk stof en het passieverhaal, vooral door de populaire meditaties over het leven van Christus van een anonieme minderbroeder die wij kennen als Pseudo-Bonaventura, geschreven rond het jaar 1312.
Historici gaan ervan uit dat de naam Veronica een zogenaamd porte-manteauwoord is, waarbij betekenis en klank van bestaande woorden worden samengevoegd.
De ‘vera icon’ (wat wil zeggen: de ware afbeelding) was het doek zelf met de afbeelding van Jezus’ gelaat. Het was zogezegd niet door mensen gemaakt. Deze ‘veronica’ (hier dus een voorwerp, geen persoon) werd in de late middeleeuwen bewaard en vereerd in de Sint-Pieter in Rome, en is talloze keren gekopieerd. Door naar de vereerde sluier te kijken konden gelovigen aflaten ontvangen, wat massa’s pelgrims uit heel Europa naar Rome dreef. Op het origineel, dat verloren is gegaan, was enkel het silhouet van een mannenhoofd met twee strengen lang haar te zien. Maar vanaf de vroege 15de eeuw vulden schilders deze vorm op.
Patrones van fotografen
In de 12de eeuw dook een brief op, zogezegd uit Jezus’ tijd, die geschreven zou zijn door de Romeinse stadhouder Publius Lentulus, gericht aan de Senaat van Rome. De brief bevat een beschrijving van Jezus’ uiterlijk: hij draagt zijn haar, dat de kleur heeft van een onrijpe hazelnoot, met de scheiding in het midden. Het zacht krullende haar valt op zijn schouders. Zijn korte baard is enigszins gevorkt.
De brief was een vrome vervalsing, maar bepaalde wel het beeld van Jezus’ gezicht tot vandaag.
De ‘Veronica’ van een Brugse meester die enkele jaren geleden werd aangekocht voor de musea in Brugge (zie hiernaast), is dus dubbel: we zien een jonge vrouw met in haar handen een doek met het ‘echte’ gezicht van Jezus.
Vóór de 14de eeuw had het doek dus op geen enkele wijze te maken met Jezus’ passie en met een vrouw die Hem het zweet zou hebben afgeveegd. In de 15de eeuw richtten franciscanen in heel Europa kruiswegen in en Veronica figureert sindsdien in de zesde ‘statie’. In 1991 introduceerde Johannes-Paulus II een moderne versie met louter Bijbelse kruiswegstaties (zonder Veronica dus), maar die werd nooit echt populair.
Hoe moeten we nu omgaan met een heilige die wellicht nooit bestond? Ze past in het geestelijke verlangen om Jezus te verbeelden. Het is dan ook niet verrassend dat Veronica de patroonheilige is van fotografen.