Woordkracht - Dankjewel
Ik schik een aantal boontjes rechtop in een kleurrijk glas, met ernaast nog een bakje met wat mayonaise. Dat alles in de hoop dat een wat andere presentatie Mara-Lea zal helpen om meer groenten te eten. Dankjewel, mama, maar dat hoeft niet. Ik heb genoeg met mijn patatjes, zegt ze wanneer ik de twee potjes naar haar toe schuif. Mara-Lea houdt het liever bij het vertrouwde als het op eten aankomt.
Hij gaf u manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte Hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. Deuteronomium 8,3 – Sacramentsdag
De lezing uit Deuteronomium heeft het misschien ook wel over mensen die het graag bij het oude vertrouwde hadden gehouden. De lange woestijntocht van de Israëlieten zorgde niet alleen voor bevrijding uit Egypte, maar ook voor afscheid van alles wat hen bekend was. Er was nu zelfs geen brood om te eten. God daagt de Israëlieten er echter toe uit om op Hem te vertrouwen, ook al lijkt alles zo onzeker en onbekend. God kan misschien geen brood tevoorschijn toveren in de woestijn, maar wijst hen er wel op het manna dat ze kunnen eten.
In Gods aanwezigheid kunnen ook niet vermoede situaties levengevend zijn. Ook het dunne schilferachtige laagje manna dat bleef liggen toen de morgendauw optrok, kon sacrament worden en iets tegenwoordig stellen van Gods liefdevolle nabijheid. Met dat potje met zeven boontjes wou ik Mara-Lea eigenlijk ook iets laten zien van mijn zorgzaamheid voor haar. Afgaande op haar 'dankjewel' heeft ze dat wellicht wel begrepen.