Woordkracht - Samenredzaamheid
Voor al die keren dat je het niet in je eentje redde.
Al van jongs af worden kinderen getraind in het vermogen om zichzelf te redden. In het instapklasje mocht Mara-Lea oefenen op het zelf aandoen van kousjes door haarstrikjes over de voet heen tot rondom de enkels te krijgen. En op zijn 90 jaar probeert mijn opa nog zoveel als mogelijk zelfredzaam te zijn. Het is iets wat ingebakken zit. We zijn er fier op. En daar is niks mis mee. Zolang we ons maar niet schuldig gaan voelen wanneer we tijdelijk of voorgoed minder zelfredzaam zijn. En dat is heel vaak het geval.
Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf. (Lucas 23,37 - Christus, Koning van het Heelal)
Voor Jezus heeft zelfredzaamheid niet het laatste woord. De bijzonder krachtige passage in het Lucasevangelie over Jezus' laatste woorden aan het kruis toont dat aan. Soldaten dagen Jezus uit om zichzelf te redden en zo zijn macht aan te tonen. Maar Jezus is niet naar de wereld gekomen om zichzelf te redden; wel om anderen te redden. Een van de twee misdadigers die naast Jezus aan het kruis hangen, heeft dat begrepen. Hij is in eerste instantie niet bekommerd om zijn eigen redding. Het eerste wat hij zegt, gaat over Jezus en diens onschuld. Jezus zelf doet geen poging om zijn onschuld aan te tonen; Hij laat zijn onschuld als het ware redden door de misdadiger naast Hem. Ik lees het als een soort van voorafbeelding van de verrijzenis, waarin Jezus zich eveneens door een ander - en ditmaal met hoofdletter - laat redden.
Zelf ervaar ik ook meer 'gemak' als ik anderen een stukje vooruit kan helpen, dan wanneer ik zelf 'gered moet worden'. Maar eigenlijk is het een gevoel dat ingaat tegen de natuurlijke werking van al wat bestaat, waarbij alles en iedereen de ander nodig heeft. Als Koning van het Heelal wil Jezus ons daar misschien opnieuw bewust van maken. Het woord 'samenredzaamheid' past in die zin wellicht ook beter bij al onze pogingen om een goed evenwicht te vinden tussen zelfbeschikking en verbondenheid.