Woordkracht - Vanuit het oosten
Het is lente, mama! Mara-Lea ziet de stralen van een zwak winterzonnetje door de ramen naar binnen schijnen. Het is inderdaad even geleden dat we haar zagen. De meeste recente dagen waren er vol donkere wolken met regen. Nochtans kwam ook op die miezerige dagen de zon op. Onzichtbaar bijna. Ergens in het oosten.
Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: 'Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.' (Matteüs 2,1-2 - Feest van de Openbaring des Heren)
Ook de Wijzen uit het Driekoningenverhaal komen 'uit het oosten'. Je kan deze aanduiding geografisch interpreteren en hieruit afleiden dat de Wijzen uit de streek van het toenmalige Perzië kwamen. Maar er zit ook symboliek in de plaatsbepaling. Het oosten is de plek waar de zon opkomt, waar het licht het duister verdrijft.
Voortgaand op deze symboliek is het bijna vreemd dat Jezus' geboorte zelf niet in het oosten wordt gesitueerd. Het Evangelie draait de verwachtingen om. Het Licht voor de wereld wordt in een duistere uithoek geboren. Er is extra licht - een ster - voor nodig om Hem te vinden. De Wijzen op hun beurt worden met het oosten verbonden, maar zijn ook niet bang om hun lichtplek te verlaten. Integendeel, ze laten er zich door vooruit stuwen en vinden zo ook waar ze naar verlangen.
De Wijzen herinneren me eraan hoe belangrijk het is om zelf zoveel mogelijk vanuit het oosten te vertrekken. Om het licht te bewaren in mijn hart, ook al is er duisternis om door te gaan. Om de lente te durven zien, ook al is het putteke winter.