Zoon van 50 en trotse vader vieren Camino in Finisterre
Met tientallen blikken wij naar de zinkende zon in de torenwolken boven de Atlantische Oceaan. Eeuwenlang, voor de ontdekking van Amerika door Columbus, was dit het einde van de platte aarde, Finisterre. Verderop was het onbekende, het angstaanjagende, het beklemmende.
Ik zit tussen jonge mensen die bubbels uitschenken. We vieren het einde van onze Camino, de pelgrimstocht die vanuit tientallen vertrekpunten in Europa leidt naar Compostela en Finisterre in Galicië.
We lachen en praten. Er wordt geflirt en gezongen. Een enkeling heeft de tranen in de ogen.
Het is volbracht, de voettocht van soms 2.500 km.
Rond de pelgrims staat een kring van toeristen, gedropt door een busje bij het hotel naast de vuurtoren. Voor de pelgrims eindigt het wekenlange stappen met blaren, het trotseren van regenbuien, honger en dorst, het slapen in krakende ledikanten of een strozak, maar ook met nieuwe vriendschappen, met spirituele en religieuze hosanna’s.
Een op de 10 pelgrims zet de tocht na Compostela nog vier stapdagen verder, want de Camino eindigt traditioneel in Finisterre en niet bij de relikwie van Sint-Jacob.
Ik ben maar aan de start gekomen in Compostela, draag een rugzak van 10 kilo en vergezel in die 90 km een zoon die 3 maand eerder vertrok vanuit Antwerpen.
Hij wilde kort voor zijn 50ste verjaardag zoeken naar zuiverheid, geluk, kameraadschap en rauwe lichamelijkheid in de verlatenheid van het Franse platteland en de hitte van de Spaanse hoogvlakte, de mesa.
Dat is hem gelukt. Ik ben trots.
Aanloop bij trappistinnen in Brecht
Zelf nam ik een aanloop voor mijn Camino bij de trappistinnen in Brecht. Ik wilde voor mijn voettocht oefenen op een bijzondere plaats. Vier dagen samen zijn en wandelen met de zinzoekers van De Wandelmaat leek mij passend. Zuster Theresia ontving onze groep hartelijk in het drukke gastenhuis van de abdij.
De Wandelmaat is een Nederlandse vereniging voor klooster- en pelgrimswandelingen, die ook tochten rond een handvol Belgische abdijen aanbiedt. We nemen deel aan de getijdengebeden en zwijgen tijdens de maaltijd. Een uitdaging, want tafelen is voor mij synoniem voor een fijn gesprek. Dag 2 opent met een stiltewandeling bij zonsopgang, een pakkend moment. Ik kies ervoor de nachtwake van 4.30 u tot 5.40 uur mee te maken. In de hoge bakstenen kerk zoemt bij het aanbreken van de dag vroom geprevel. Straks stappen we naar de trappistenabdij van Westmalle, op enkele km van Brecht.
Ik ben tevreden over mijn plan om hierheen te komen als voorbereiding op de Weg tussen Compostela en Finisterre.
De mengeling van wandelingen, bezinning, gesprekken, liturgie is een waar elixir.
En ik ben duidelijk niet de enige die er zo over denkt. Jaarlijks onthalen de zusters ongeveer 2.400 gasten in 18 kamers en 23 bedden. De belangstelling stijgt, vandaag zijn er al 200 logés meer dan vorig jaar op dit tijdstip. Architecten maken een haalbaarheidsstudie voor een eventuele aanpassing van het klooster. Ook in functie van de talrijke daggroepen, die variëren van vormelingen tot de leden van de bisschopsraad van het bisdom Antwerpen of de verplegers van een ziekenhuis uit Rotterdam.
Opvallend is de interesse van Nederlandse protestanten, vertelt zuster Theresia. Zij zijn getroffen door de kleurrijke katholieke liturgie met haar kaarsen, wierook, beelden, getijdengebeden en gezangen. Ik neem elke dag veel gebedsintenties mee naar de kerk.
Maaltijden voor 100 mensen zijn in Brecht geen uitzondering. Je ziet hier van alles. Van mensen die met een burn-out kampen en hier de aanzet vinden voor hun herstel tot pelgrims die voor hun vertrek nog even komen bidden. Soms rollen er tranen van dankbaarheid en geluk.
'In Brecht heerst de sfeer van het kruis, de verrijzenis en de dialoog', zegt zuster Theresia, en zij kan het weten, denk ik dan.
De kern van ons leven is de vriendschap met Jezus en die trachten wij door te geven aan onze bezoekers. Ik getuig steeds dat iedereen omringd wordt door zijn liefde.
De zustergemeenschap is gemiddeld vrij jong en recentelijk hebben zich nog twee novicen aangemeld. Dat gaat vaak zo: een jonge vrouw die al een poos af en toe opduikt, komt op bezoek met een vriendin. Zij worden ontvangen met een knuffel, een gesprek en antwoorden op wat ze maar vragen willen. Daarop ontstaat dan stilaan het verlangen om het leven verder te zetten in deze monastieke gemeenschap, waar het parfum van de mystieke ervaring hangt.
Tussen toeristen en pelgrims
Een week na Brecht vertrek ik met Iberia van Zaventem naar Compostela. In het hart van de pelgrimsstad wacht een gebruinde en pezige zoon die te voet van Antwerpen naar Noord-Spanje trok. Vier dagen van gesprekken volgen, van inlevende stiltes, blaren voor mij, overnachtingen in albergo’s en refugio’s met een resem bekenden en onbekenden.
De Camino is uitstekend aangeduid door het provinciale bestuur van Galicië. Het noordwesten van Spanje loopt leeg en het is algemene mobilisatie om volk te lokken naar de regio. Je kan de dichtgespijkerde dorpshuizen niet geteld krijgen en voor de prijs van een kloeke boerderij koop je een heel - verlaten - gehucht op.
Op tocht door Galicië stoot je onvermijdelijk op de vraag wat het raakpunt is tussen pelgrims en toeristen. De trek naar Compostela en Finisterre toont hedendaags toerisme haast als een herschepping van de bedevaart. Sinds 1960 is er een zodanige opleving in de belangstelling voor de Camino, dat het tegenwoordig geregeld rijtje schuiven is.
De pelgrims van vandaag dragen moderne, sportieve kleding van de grote outdoor-merken.
Sjofel kun je ze echt niet noemen. Sober à la limite. Blijkens onderzoek heeft slechts 20% religieuze motieven. 30% noemt zijn ijver iets ruimer spiritueel. Nog eens 30% is cultureel gemotiveerd en de rest sportief. Ik merk dat het vaak een mix is van al die motieven.
Hoe dan ook, er hangt een open, welwillende sfeer. Al snel worden gesprekken vrij persoonlijk, op een aangename manier tegelijk intiem en anoniem. Iedereen deelt het pelgrimsgevoel, zelfs de cynicus op zijn Meindl’s en met telescopische Nordic Walking Sticks van Leki. Hoe kan het anders? De Weg heeft je te pakken.
Je hebt een weg bewandeld die tot een betere wereld behoort. Een wereld van geloof, hoop en liefde.
Auteur: Frans Crols