Kardinaal Ambongo: ‘In Congo kan de Kerk nooit neutraal zijn’

Kardinaal Fridolin Ambongo, aartsbisschop van Kinshasa, besprak tijdens een recent bezoek aan Brussel de situatie in zijn land en in Afrika.
06/04/2024 - 16:02

Kardinaal Fridolin Ambongo, aartsbisschop van Kinshasa, was onlangs in Brussel. In de marge van een conferentie in de abdij van Ter Kameren gaf hij een interview aan Dimanche. Hij bespreekt de grote uitdagingen waarmee de katholieke kerk in de DR Congo en breder in Afrika wordt geconfronteerd.

Fridolin Ambongo is een moedig man, die niet aarzelt om ‘zijn waarheden te spreken’, zoals hij het uitdrukt. Of het nu tegen politieke leiders is, in zijn land of in Europa, of tegen de paus. Hij spreekt als hij het niet eens is. Zo stuurde hij begin 2024 een brief naar paus Franciscus waarin hij uitlegde waarom de zegening van koppels van hetzelfde geslacht in Afrika niet kon worden goedgekeurd. Een respectvolle, maar resolute weigering, bekritiseerd in het Noorden.


Wat zijn vandaag de belangrijkste sterke punten van de katholieke Kerk in de DR Congo?

De katholieke Kerk in Congo is sinds de missionaire tijd een Kerk dicht bij het volk geweest.

Het is een Kerk die altijd de kant van het volk heeft gekozen.

Ze is zeer betrokken bij de sectoren gezondheidszorg, onderwijs en alles wat de ontwikkeling van de mens bevordert. Daarnaast zorgt de Kerk ook voor electorale burgereducatie voor de bevolking. De Kerk heeft de optie genomen om haar volk te begeleiden, inzake vorming, maar ook door namens het volk standpunten in te nemen. Dit is het werk dat de Kerk doet, naast haar traditionele missie van diepgaande evangelisatie.


De katholieke en protestantse Kerken hebben de verkiezingsprocessen in de DRC al meer dan twintig jaar effectief begeleid. Wat is uw mening over de verkiezingen van afgelopen december, waardoor president Tshisekedi weer aan de macht kwam? 

De Kerken organiseerden een grootschalige verkiezingswaarneming en wij publiceerden de belangrijkste lessen uit deze waarneming. Duidelijk werd dat de verkiezingen in Congo een ramp waren. Dit is bewezen door onze actie. Maar als Kerk hebben wij niet de macht om de politieke orde te veranderen. We proberen onze analyse en ons inzicht te delen met de machthebbers, en het staat hen vrij om er al dan niet rekening mee te houden. Soms werken ze met ons samen, soms verwerpen ze onze observaties. Maar ik geloof dat dit werk deel uitmaakt van onze missie als profetische Kerk in Congo. Wij zijn een zeer toegewijde Kerk, een Kerk die, zoals altijd, partij heeft gekozen.

We kunnen niet zeggen dat de Kerk in Congo neutraal is.

De Kerk kan ook nooit neutraal zijn in dit land waar de bevolking lijdt. Neutraliteit betekent in een dergelijke situatie het innemen van een standpunt. Het is zwaar werk, maar werk dat de sympathie opwekt van de mensen, die de Kerk beschouwen als de enige autoriteit die hen nog een beetje hoop geeft op een betere toekomst. Maar tegelijkertijd is het een Kerk die veel klappen krijgt.


De oorlog woedt nog steeds in Oost-Congo, met veel bloedbaden en miljoenen ontheemden. Hoe kunnen we een einde maken aan dit conflict, waarvan de wortels teruggaan tot eind jaren negentig?

Tot eind jaren tachtig leefde deze regio in vrede — de gemeenschappen hebben altijd in vrede geleefd. De conflicten begonnen aan het einde van het Mobutu-regime, met het democratiseringsproces dat nooit werd voltooid. Als katholieke Kerk geloven wij dat het conflict dat in het Oosten woedt niet onoplosbaar is.

Het enige dat nodig is, is een beetje goede wil, maar het is de politieke wil die momenteel ontbreekt.

Het enige dat nodig is, is dat mensen elkaar de waarheid vertellen. Het zou voldoende zijn als de actoren uit de verschillende betrokken landen, met name Congo, Rwanda, Burundi en Oeganda, rond de tafel zouden zitten en elkaar de waarheid zouden vertellen.


Wat zijn de oorzaken van dit conflict?

Volgens onze analyses spelen er twee belangrijke elementen een rol in het conflict in Oost-Congo. Het belangrijkste is de strijd om mineralen, natuurlijke hulpbronnen. Iedereen wil controle hebben over dit deel van het Congolese grondgebied, over de mineralen, vooral strategische mineralen. Daarom zijn wij zeer verrast dat de Europese Unie, in een context van oorlog – ook al is deze niet uitgeroepen, er is een feitelijke oorlog tussen Rwanda en de DRC – een samenwerkingsovereenkomst met Rwanda heeft ondertekend rond de mineralen uit Congo.

Dit roept bij ons veel vragen op.

Wij zijn van mening dat grote mijnbouwbedrijven en grootmachten die strategische mineralen nodig hebben, ook naar Congo kunnen komen in een gepacificeerd land. Ze kunnen onderhandelen en deze mineralen verwerven, in plaats van zich in het buurland te vestigen en de onveiligheid in het oosten van ons land in stand te houden. De tweede hoofdreden voor het conflict is puur intern: slecht bestuur in de DRC.


U bent tevens voorzitter van SCEAM, de koepel die alle Afrikaanse bisschoppenconferenties verenigt. Zijn er volgens u veel uitdagingen die Kerken in verschillende regio's van Afrika gemeen hebben?

Afrikaanse landen delen veel dingen. Er zijn landen die in opkomst zijn, een paar zeldzame landen die internationaal opvallen. Maar wat Afrikaanse landen over het geheel genomen gemeen hebben, is de ellende van hun bevolking. Het slechte bestuur van leiders, het slechte beheer van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen waar de bevolking niet altijd van profiteert, en wat klimaatproblemen veroorzaakt. Onder de uitdagingen waarmee we momenteel in Afrika worden geconfronteerd, is er voor de Kerk ook de relatie met de islam.

Met de gematigde islam is er geen probleem.

Maar er is het fenomeen van het islamistisch fundamentalisme dat zich begint te manifesteren, en dat ons zorgen baart. Er is ook het probleem van de sekten, wat wij tegenwoordig ‘opwekkingskerken’ noemen.


Wat kunnen Afrikaanse christenen, gebaseerd op hun cultuur en hun eigen manier om hun geloof te beleven, toevoegen aan het leven van de universele Kerk en aan het Westen?

Ongeveer tien jaar geleden beschreef paus Benedictus XVI Afrika als de ‘spirituele long’ van de mensheid. En ik geloof dat dat waar is.

Als we de spirituele realiteit van de wereld van vandaag zien, heeft Afrika veel bij te dragen.

Het is het continent, samen met Azië, waar mensen hun bestaan ​​zien als een relatie met een opperwezen. De realiteit van God is belangrijk voor het continent, het gedrag van de mannen en vrouwen die daar wonen, is erdoor geïnspireerd. Dit is een beetje het tegenovergestelde van wat we nu in het Westen zien. Daar lijkt de mens zijn onafhankelijkheid te hebben verworven en geen opperwezen meer nodig te hebben. Ik geloof dat Afrika in dit opzicht iets bij te dragen heeft.


Wat verwacht u van de synode over synodaliteit, die in oktober 2024 eindigt?

De synode over synodaliteit is heel belangrijk. Ik heb de indruk dat velen het belang van deze synode nog niet hebben ingezien. Het is een synode die niet over een bepaald onderwerp gaat, maar het centrale thema is synodaliteit. Wat betekent dat? Dit is een nieuwe manier om Kerk te zijn. We weten dat paus Franciscus gekozen werd met het oog op de hervorming van de Kerk. En voor de paus is synodaliteit de methodologie die deze hervorming mogelijk moet maken.

Sommige mensen denken dat deze synode tot doel heeft een of ander probleem in de Kerk op te lossen. Maar dat is niet het doel ervan.

Het doel ervan is de nieuwe manier van Kerk-zijn, een Kerk waarin niemand achterblijft. Een Kerk waar iedereen de handen in elkaar slaat om samen op pad te gaan, om te zoeken naar wat Gods wil vandaag werkelijk voor ons is, hoe we onszelf onder leiding kunnen plaatsen van de Heilige Geest. En dat is heel belangrijk. Omdat het in het licht van deze nieuwe manier van Kerk-zijn is dat we morgen in staat zullen zijn om deze of gene vraag te beantwoorden die voor de Kerk opkomt. Maar sommigen zien de synode als een kans om concrete problemen op te lossen.


Welke onderwerpen worden momenteel besproken binnen de Raad van Negen Kardinalen, die regelmatig bijeenkomt rond paus Franciscus, en waarvan u ook lid bent?

Ik was er niet bij toen deze Raad werd opgericht, ik sprong op de kar. Het was mijn illustere voorganger, kardinaal Laurent Monsengwo, die er vanaf de oprichting in 2013 aan deelnam. Ik werd in 2019 lid van de Raad, nadat ik aartsbisschop van Kinshasa was geworden. Het dossier dat toen aan de orde was, was dat van de hervorming van de Romeinse Curie. Dat werd afgesloten met de publicatie van het document Praedicate Evangelium. Voor de rest is er geen specifiek thema dat aan bod komt. Wij zijn raadgevers van de paus, wat betekent dat wij verslag uitbrengen aan hem, en hij is het die onderwerpen ter overweging voorstelt. Soms stellen we ook bepaalde thema’s voor waar we aan werken, en dan ontwikkelen we die volgens de aanwijzingen van de paus. Wij werken aan alle belangrijke thema’s die de Kerk aangaan, omdat de raad tot doel heeft het universele bestuur van de Kerk te ondersteunen.

‌‌
Heeft u bijzondere banden met België?

Voor ons Congolezen is België de toegangspoort tot Europa. Als we zeggen dat we naar Europa gaan, gaan we eigenlijk vooral naar België.

De historische band tussen onze landen maakt deel uit van onze identiteit.

Naar België komen, is voor mij naar een deel van Congo gaan. Onze wens, onze gebeden, is dat deze zeer sterke banden tussen de twee landen, tussen onze twee volkeren, blijven bestaan. We merken al jaren een soort desinteresse onder de Belgische jeugd ten opzichte van Congo, en dat vinden we erg jammer. Omdat geschiedenis nu eenmaal de geschiedenis is. Zelfs als er fouten zijn gemaakt waar we vandaag spijt van hebben, moeten we ervan leren om een ​​toekomst van samenwerking tussen onze volkeren te zien.

Ik wou dat jonge mensen uit het noorden van de planeet ons van tijd tot tijd komen bezoeken.

Door een volk te bezoeken, door banden van nabijheid en vriendschap te ontwikkelen, kunnen bepaalde vooroordelen beetje bij beetje wegvallen. Ik reken er sterk op dat de Kerk van België een dergelijke dynamiek zal aanmoedigen.

Bron: Christoph Hellinckx (Cathobel), bewerking Erik De Smet