Deze bloem vertelt in geuren en kleuren over de kruisdood van Jezus
De plant bij uitstek die de kruisdood van Jezus symboliseert, is de passiebloem (Passiflora). De naam verwijst rechtstreeks naar de passie of het lijden van Jezus en dus niet naar passie in de betekenis van hartstocht.
Doorwrochte symboliek
In de 16de eeuw zagen Spaanse missionarissen in Zuid-Amerika in de complexe bloem visuele verwijzingen naar de lijdensweg van Jezus op Goede Vrijdag.
- Spiraalvormige hechtranken: symbool voor de zweep waarmee Jezus werd gegeseld.
- Kring van 72 smalle kroonblaadjes: beeld van de doornenkroon.
- Drie stampers: de drie nagels waarmee hij aan het kruis werd geslagen.
- Vijf meeldraden: de vijf wonden op zijn lichaam.
- Stempel: symbool van de in azijn gedrenkte spons die hem werd aangeboden.
- Tien grote kroonbladeren: de tien apostelen die Jezus trouw bleven onder het kruis. Petrus die hem verloochende en Judas die hem heeft verraden, worden niet meegeteld.
- Aangename geur: de welriekende kruiden waarmee de vrouwen zijn dode lichaam balsemden.
- Ronde vruchten: de wereld die Christus heeft gered door zijn dood.
Passiebloemen in je tuin
Voor in je tuin is de blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) goed te verkrijgen en vermoedelijk van alle soorten het meest winterhard in ons klimaat. Er bestaan ook gecultiveerde varianten (cultivars) met afwijkende kleuren, bijvoorbeeld wit.
Het is een snelgroeiende klimplant die tot 10 meter hoog kan worden. Hij houdt van een zonnige, warme en beschutte standplaats uit de wind, bijvoorbeeld tegen een zuidgerichte of westgerichte muur. Een vruchtbare, goed doorlatende grond (niet nat in de winter!) is ook belangrijk. Op kleigrond hoef je het niet te proberen.
De plant heeft een klimrek nodig waar hij zich met krullende hechtranken aan vastgrijpt. Tijdens warme en droge periodes geef je het best elke week water. Neem op tijd stekken want passiebloemen hebben in onze streken een korte levensduur (ongeveer 5 jaar).
Veel vruchten moet je er in ons klimaat niet van verwachten. De beste soort om passievruchten te kweken is Passiflora edulis, maar die kan je alleen in een verwarmde kas laten overwinteren (minimaal 10°C).
De wilde passiebloem (Passiflora incarnata) staat al eeuwenlang bekend om zijn geneeskrachtige werking. Hij zou slaapbevorderend, kalmerend en angstremmend werken. Bij ons sterft hij in de winter bovengronds af om in de lente weer uit te lopen. Omdat het warme seizoen bij ons vrij kort is, heeft hij niet altijd genoeg tijd om in bloei te komen. Minder geschikt dus als tuinplant. Er zijn wel kruidenpreparaten verkrijgbaar.
Andere planten die verwijzen naar het lijden van Jezus
Behalve de passiebloem verwijzen nog andere planten naar het lijden en de dood van Jezus op Goede Vrijdag. Als je goed kijkt, vind je ze soms terug in de marge van religieuze schilderijen.
De tuinanjer (Dianthus caryophyllus) verwijst niet alleen naar de passie van Jezus, maar ook naar liefde (rode anjer), huwelijk (roze anjer) en zuiverheid en belofte (witte anjer). In religieuze schilderijen komt hij voor als een symbool van het (toekomstige) offer van Jezus en als teken van de liefde en eenheid tussen Maria en Jezus.
Het hout van de ceder (Cedrus) zou gebruikt zijn om het kruis van Jezus te maken. De ceder heeft een rijke Bijbelse traditie en staat symbool voor onsterfelijkheid en onbederflijkheid. Volgens andere bronnen (legendes) zou het kruis gemaakt zijn van vier verschillende houtsoorten: ceder (onbederflijk), cipres (rouw), palm (verrijzenis) en olijf (Olijfberg, heilige olie).
Van het perzikkruid (Persicaria maculosa) wordt gezegd dat het onder het kruis van Jezus groeide. Tijdens de kruisiging zouden druppels bloed op de bladeren gevallen zijn. De donkere vlek in het midden van de bladeren herinnert zo aan het lijden van Jezus. Daarom wordt het ook wel christuskruid, kruisblad of jezusgras genoemd.
Er zijn nog andere plantjes waarvan gezegd wordt dat ze bij Jezus' kruis groeiden of die zijn vergoten bloed symboliseren, zoals de rode tuinanemoon (Anemone coronaria) en de klaproos (Papaver rhoeas).
Van paardenbloemen (Taraxacum) wordt gezegd dat het een van de bittere kruiden was die het Joodse volk at tijdens de Pesachmaaltijd net voor het vertrok uit Egypte. Het is inderdaad een eetbaar (on-)kruid met een bittere smaak, vergelijkbaar met andijvie, dat nog altijd door de Joden wordt gegeten tijdens het Pesachmaal.
Hoewel de bittere kruiden niet expliciet genoemd worden bij het laatste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen, worden ze wel verondersteld aanwezig te zijn bij dat traditionele Pesachmaal. Het bittere verwijst dan naar het aanstaande lijden van Christus en niet meer naar de voorbije slavernij in Egypte.
In het schilderij Doopsel van Christus door Gerard David kan de paardenbloem onderaan een voorafwijzing zijn naar het bittere einde van de aardse zending van Jezus die begint met zijn doopsel in de Jordaan. Tegelijk betekent het doopsel ook een sterven van de oude mens in het water en een verrijzen van de nieuwe mens, een spiegelbeeld als het ware van de kruisdood.
In het Nederlands verwijst tuinjudaspenning (Lunaria annua) naar de 30 zilveren munten die Judas betaald kreeg voor het verraden van Jezus. De gedroogde zaaddozen van de plant lijken inderdaad op zilveren schijfjes.
In het Frans heet de plant grappig genoeg monnaie-du-pape (geld van de paus), terwijl de Engelstaligen met honesty de betekenis hebben omgekeerd. Die benaming ontstond in de 16de eeuw en verwijst naar de doorschijnende membranen van de schijfjes die zonder iets te verbergen hun ware inhoud onthullen.
In de Bijbel wordt hyssop (Hyssopus officinalis) als kruid gebruikt bij rituelen van reiniging en verzoening.
Ook in het evangelie komt hyssop voor tijdens de kruisiging van Jezus:
'Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze doopten er een spons in, staken die op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond.' (Johannes 19,29) Jezus drinkt van de wijn, zegt: 'Het is volbracht,' en sterft.
Het is toepasselijk dat de verzoenende hyssop ten tonele verschijnt op het precieze moment dat Jezus door zijn dood verzoening bewerkt tussen God en mens.
Tot slot, geven we nog een eervolle vermelding aan alle distels en planten met stekels. Allemaal kunnen ze symbool staan voor de doornenkroon die Jezus op het hoofd kreeg tijdens zijn geseling en voor de kruisiging.
Drie van die planten verwijzen ook in hun naam naar Jezus, de christusdoorn (Euphorbia milii), de echte christusdoorn (Paliurus spina-christi) en de valse christusdoorn of Amerikaanse gleditsia (Gleditsia triacanthos). De eerste is een vetplantje van anderhalve meter, de tweede een struik van vier meter hoog, terwijl de laatste kan uitgroeien tot een boom van wel dertig meter.
Overigens hoef je niet per se voor deze exoten te gaan als je meer stekels in je tuin wil. Je kan ook kiezen voor onze inheemse meidoorn, sleedoorn, duindoorn, wilde peer, hulst, hondsroos of jeneverbes. Vogels zijn dol op een bosje van stekelige struiken waarin ze zich veilig voelen.