
Een detail in het paasverhaal dat zelden aandacht krijgt – Koen Vlaeminck [standpunt]
Er is een detail in het paasverhaal dat zelden aandacht krijgt maar des te sprekender is: wie het lege graf wil zien, moet zich bukken. De ingang is laag. Petrus, Johannes, Maria Magdalena: allemaal moeten ze zich klein maken om binnen te kunnen kijken.
De toegang tot het mysterie is niet groots, maar smal. Geen triomfantelijke poort, maar een kleine doorgang.
Is dat niet treffend?
Wie de verrijzenis wil aanschouwen, moet buigen. Niet met een opgeheven hoofd vol antwoorden, maar met een hart dat durft te knielen. De toegang tot het mysterie is niet groots, maar smal. Geen triomfantelijke poort, maar een kleine doorgang, die vraagt om eenvoud, verwondering en overgave.

En dat sluit wonderwel aan bij wie Jezus is. Hij verschijnt niet in overweldigende glorie. Hij keert niet terug als een machtige keizer die zijn vijanden straft of als een god die zijn wonden verbergt. Nee, Hij toont zich klein. Kwetsbaar nog steeds. Met littekens. Met woorden van vrede. Geen vergelding, maar genade. Geen machtsspel, maar mildheid.
Het is de tedere kracht van God, die sterker blijkt dan dood en geweld. En het is die kracht die ons uitnodigt: om het hoofd te buigen en om de ogen van ons hart te openen, om te zien dat Hij leeft.
Zalig Pasen!