‘Poëzie maakt alledaagse momenten zinvol en kostbaar’
Deze week gaat in Vlaanderen en Nederland de elfde editie van de Poëzieweek van start. Die staat dit jaar in het teken van vriendschap in al zijn facetten, van de vriendschap met de buren in de straat over de vriendschap met pennenvrienden ver weg tot de vriendschap van lang geleden of van vorige week tijdens de wekelijkse eucharistieviering. „Ook poëzie kan je vriend zijn”, klinkt het bij het organiserende Poëziecentrum in Gent.
Het is iets wat Julien Steyls (69) uit het Haspengouwse Guigoven volkomen begrijpt. „Al van jongs af is poëzie meer dan een vriend, het is mijn leven”, zegt hij. „Ik genoot weliswaar een technische opleiding, maar gedichten hielpen me altijd vreugde en verdriet te delen. Ik kan er mijn gevoelens een plaats geven door ze in weinig woorden neer te schrijven, precies tot ze uitdrukken wat ik aanvoel. Ze maken mijn gedachten tastbaar en alledaagse momenten zinvol en kostbaar.”
Bescheidenheid
Julien Steyls is dan ook al verscheidene jaren aangesloten bij de Tongerse en Limburgse Schrijverskring. Jaarlijks publiceren beide verenigingen een boek waarin onder meer een aantal gedichten van hem terug te vinden zijn. Eigen dichtbundels heeft hij nog niet. Limburgse bescheidenheid haalt het hier wellicht van torenhoge ambitie. Al deed zijn dochter toch een verdienstelijke poging met Mijn blik. Het dorp en ik en Mooi ingeblikt, twee persoonlijke dichtbundels, aangevuld met privéfoto’s. Verder dan kostbare geschenken voor haar vader raakten ze echter niet. Toch is Steyls voornamelijk bekend als dorpsdichter in Kortessem, een titel die hij vijf jaar geleden kreeg van de eind- redacteur van de lokale editie van Kerk & leven. Wekelijks levert hij een bijzondere dichterlijke bijdrage aan het weekblad. Tot op heden goed voor zowat 240 hersenspinsels.
Bezinnende teksten
„Het zijn niet louter gedichten, ook bezinnende teksten”, zegt hij. „Als christen wil ik God danken voor de talenten die Hij me gaf. Andere teksten hebben dan weer vaak te maken met de tijd van het jaar. Ik beschrijf die momenten in mijn eigen stijl en dat gebeurt vaak zonder te rijmen.”
Julien Steyls wil het ons graag aantonen en trekt enkele kasten open. Tussen stapels kranten neemt hij enkele notitieboekjes, doorbladert ze even en leest dan luidop. „Reeds zijn de poorten van de oude veldkapel gesloten en kuieren bazige kraaien op verlaten akkers. In de verte hoor ik het knallen van geweerschoten en zie in de kale bomen appels hun pluktijd afwachten. Over een door slijk aangetaste witte weg keer ik terug naar huis, op zoek naar warmte. Kijk, het is mijn manier om zo de winterperiode te beschrijven. Ik beschouw mezelf beslist niet als een groot dichter. [node:field_streamers:0] Ik houd van eenvoud en dat weten de lezers te waarderen. Weet je, ik ben een natuurmens. De natuur is een bijzondere kamer in het leven waarin het goed toeven is. Ik ga er vaak wandelen. Aan het naburige Rood Kasteel, in het dal van de Mombeek, staat een bank waar ik tot rust kan komen. Ik mijmer er graag, maar al vlug flitsen woorden en gedachten als een sneltrein door mijn hoofd. Het is goed dat ik dan pen en papier bij me heb.”
En vriendschap? Die vindt hij vanaf mei aan de Guigovense Mersenhovenkapel, waar mijmeren tussen de groeiende appelen en peren veeleer bidden wordt. Of in het Franse bedevaartsoord Lourdes, waar hij in dienst staat van zieken in het onthaal- centrum Saint-Frai, zelfs ’s nachts.
Over vriendschap schreef hij: „Een goede vriend, die kun je niet kopen. Om die te verkrijgen, daar moet je steevast aan meewerken. Vriendschap is vreugde en verdriet met elkaar delen, maar ook de moed opbrengen om te helpen, indien nodig.”