Ziekenhuispastor nam op Goede Vrijdag afscheid van patiënte: ‘Het was een vredig, heilig moment’
Van mijn staptochten naar Compostela heb ik geleerd dat je bij een lange wandeling meestal niet weet hoe lang je onderweg zal zijn en waar je precies zal uitkomen. Als je met iemand meestapt weet je dat nog veel minder. De tochten die ik als pastor in een groot universitair ziekenhuis met mensen mag ondernemen, zijn meestal kort en intens.
Er zijn uitzonderingen. Zo kwam er Anick op mijn weg, nauwelijks twee jaar ouder dan ikzelf. Ik erfde haar letterlijk over van een collega. Als jonge, pas afgestudeerde pastor wist ik niet waar ik aan begon, gelukkig maar. In de 17 jaar die volgden, flitste het af en toe door mijn hoofd dat je een erfenis ook kunt weigeren. Maar ik ben dankbaar dat ik dat niet gedaan heb.
Anick was de moeilijkste patiënten die ik ooit gekend heb. Een ernstige longziekte en een borderlinestoornis, geen evidente combinatie. Tijdens haar talloze ziekenhuisopnames dreef ze zorgverleners tot wanhoop en zette ze hele teams tegen elkaar op.‘Jullie pastors ook met jullie grenzeloze christelijke naastenliefde’, slingerde een boze jonge psychiater me naar mijn hoofd. ‘Iedereen probeert haar te begrenzen, en jullie blijven haar maar tijd en aandacht geven.’
En het is waar: bij elke ziekteopstoot, bij elke suïcidepoging, bij elke pijnlijke kronkel op haar moeizame levensweg kwam Anick naar mij toe om op verhaal te komen. Het waren momenten van worsteling en verbondenheid tegelijk.
Jaren later ontmoette ik diezelfde psychiater terug, ondertussen diensthoofd. Hij sprak zijn verbazing en waardering uit omdat mijn zorgrelatie met Anick — als enige — al die jaren stand gehouden had.
Tijdens haar talloze ziekenhuisopnames dreef Anick zorgverleners tot wanhoop en zette ze hele teams tegen elkaar op.
In onze gesprekken kwam één thema steeds terug: de volledige breuk met haar moeder na een jeugdtrauma. Het woog zwaar op Anick en ik bleef aansturen op een poging tot verzoening, maar dat was onbespreekbaar.
Op een nacht zat ik zelf op spoed met een acuut medisch probleem, en tot mijn ontzetting bleek Anick ook in de wachtzaal te zitten — de laatste mens die ik op dat moment wilde zien. Ik was bang voor haar grenzeloosheid en manipulatie, maar ik ontmoette alleen zorgzaamheid en respect. Het maakte onze verbondenheid zachter en dieper.
Maar haar weg werd steeds moeilijker. De longziekte schreed voort en het toekomstperspectief maakte haar doodsbang. Steeds vaker sprak ze over euthanasie, en uiteindelijk vroeg ze mij of ik die lange weg met haar wilde gaan. Het traject duurde anderhalf jaar. Samen ontmoetten we een andere psychiater. Hij zei: ‘Veel mensen denken dat er in een katholiek ziekenhuis wel geen euthanasie in een niet-terminale situatie zal gebeuren. Maar ‘katholiek’ betekent voor mij vooral ‘verbonden’. De euthanasie is voor mij niet uitgesloten, op voorwaarde dat alle belangrijke naasten erbij betrokken worden.’
Met drie zetten we grote stappen, maar contact opnemen met haar moeder was nog steeds onbespreekbaar.
Natuurlijk weet ik dat mensen vaak sterven zoals ze geleefd hebben en dat verzoening niet altijd mogelijk is, maar het bleef knagen. Ik zag de pijn van Anick. Ondertussen had ik ook zelf kinderen, en ik voelde ik me zo verbonden met haar moeder, al had ik haar nooit ontmoet.
Het afscheidsritueel was een vredig, heilig moment.
Anick koos er bewust voor om op Goede Vrijdag te sterven. Sindsdien heeft de Goede Week voor mij een ongekende intensiteit en betekenis gekregen.
Het was een vroege lentedag, en de stralende zon was confronterend en troostend tegelijk. Ik liep met de arts mee naar de apotheek om de euthanasiemedicatie op te halen. Terug op de afdeling zat er een vrouw bij Anick, die alleen haar moeder kon zijn. Hun verzoening had geen woorden nodig.
Het afscheidsritueel was een vredig, heilig moment. De arts en haar moeder hielden haar hand vast, tot het voorbij was. ‘Mijn dochter is gestorven, maar ik ben haar niet verloren, ik heb haar juist gevonden', zo zei de moeder. Sindsdien stuurt ze me elk jaar in de Goede Week een kaartje.
Ik ben ontzettend dankbaar voor het moeizame, mooie geschenk van verbondenheid.